Operation Manual
10
Grondslagen Kinderfiets
5.5 Voor de eerste rit
WAARSCHUWING
Het kind wordt afgeleid door een onverwacht gedrag van de
kinderfiets, bijvoorbeeld bij het remmen.
Risico op ongevallen en verwondingen!
x Zorg ervoor dat uw kind pas met de kinderfiets aan het weg-
verkeer deelneemt als het weet hoe de fiets zich gedraagt en
als het vertrouwd is met de bediening.
De handelaar is verantwoordelijk voor de volledige montage van de kinderfiets en past
de instelling van het stuur, het zadel en de remarm individueel op het kind aan.
x Ga na bij de overdracht van de kinderfiets of uw kind comfortabel en veilig kan
fietsen met de kinderfiets en of alle instellingen zijn aangepast aan uw kind.
x Zorg ervoor dat alleen een specialist de instellingen doet.
x Wanneer u zelf de instellingen doet, dient u zich bij een specialist te informeren
over de draaimomenten en een draaimomentsleutel te gebruiken.
x Wanneer u zelf de instellingen uitvoert, dient u de instellingen grondig en
deskundig te controleren vooraleer uw kind de kinderfiets in gebruik neemt.
x Zorg ervoor dat u zelf de kinderfiets kent vooraleer uw kind ermee gaat fietsen en
leg aan uw kind alle bedieningen uit.
x Oefen met uw kind buiten het wegverkeer zodat het leert wennen aan de
rij-eigenschappen van de kinderfiets.
x Leer uw kind veilig op- en afstappen en stoppen.
x Zorg ervoor dat uw kind bij een geringe snelheid leert remmen, vooral een terug-
traprem (indien aanwezig) leert gebruiken.
x Zorg ervoor dat uw kind leert remmen in een noodsituatie.
x Oefen met uw kind hoe het de richting moet aangeven voor het afslaan en het
achterom moet kijken.
x Laat uw kind pas rijden met de kinderfiets als u u dit veilig vindt.