Operation Manual

7
GrondslagenPedelec/S-Pedelec
1.9 CE-symbolen en conformiteitsverklaring
voor Pedelecs
Met de aan de Pedelec aangebrachte CE-symbolen en de conformiteitsverklaring
verklaart de fabrikant van uw Pedelec dat het product beantwoordt aan alle eisen en
andere relevante bepalingen van de richtlijnen 2006/42/EC, 2014/30/EC en de normen
ISO 4210, DIN EN 15194 en eventueel andere toepasselijke richtlijnen en normen.
De conformiteitsverklaring vindt u in de snelstarthandleiding van uw aandrijfsysteem.
1.10 Werking
De aandrijving geeft slechts ondersteuning bij het rijden, wanneer u op de twee pedalen
trapt. Het ondersteuningsniveau wordt automatisch afhankelijk van de gekozen
versnelling, naargelang van de constructie of het model, de pedaalkracht, de last en de
snelheid ingesteld:
Afhankelijk van de constructie van uw Pedelec biedt de aandrijving een
ondersteuning tot een snelheid van 25km/h. De duwhulp kan het voertuig
naargelang van de ingestelde versnelling naar 6km/h doen versnellen.
Afhankelijk van de constructie van uw S-Pedelec biedt de aandrijving een
ondersteuning tot een snelheid van 45km/h. De starthulp kan het voertuig
naargelang van de ingestelde versnelling naar 18km/h doen versnellen.
Met betrekking tot de maximale snelheid met pedaalondersteuning is een tolerantie van
10% toegestaan en mogelijk in de rijmodus.
1.11 Bereik
De aandrijving is een ondersteuningsmotor. Om een zo hoog mogelijk bereik
te realiseren, moeten volgende punten in acht worden genomen:
Met een trapfrequentie van 50–80 omwentelingen per minuut werkt de motor het
meest efficiënt.
x Schakel naar een lagere of hogere versnelling voor hellingen naar boven en naar
beneden om te lage of te hoge trapfrequenties te vermijden.
x Gebruik de versnelling alsof u zonder ondersteuning rijdt.
x Gebruik bij hellingen, tegenwind of een zware last de lagere versnelling.
Het starten in de laagste versnelling verhoogt het bereik.
x Rijd steeds aan in een lage versnelling en met een zo hoog mogelijke pedaalkracht.
x Bij modellen met naafversnelling kunt u al staand naar de 1eversnelling
schakelen. Bij modellen met derailleur moet u al bij het stoppen schakelen naar
de laagste versnelling.
Wanneer u de berg oprijdt en vaak stopt en terug vertrekt, wordt het bereik
gereduceerd.