Operation Manual
Simrad NX40/45 Installatie- en bedieningshandleiding 79
Als u de afstand en de peiling tussen twee andere locaties
wil vinden, herhaal dan deze handelingen voor de andere
VRM/EBL. Dit wordt in een ander patroon weergegeven.
17-10 De PPI-positie veranderen
U kunt het midden van de PPI (Plan Position Indicator)
naar een andere locatie verplaatsen als u zich in de
relatieve bewegingsmodus bevindt. (Als u zich in de
ware bewegingsmodus bevindt, plaatst de radar de PPI
automatisch in het midden.)
Om de PPI-positie te wijzigen:
Druk vanuit het radarwindow op MENU en •
selecteer Positie.
Er zijn drie opties:•
i Midden. Het midden van de PPI bevindt zich •
midden op het radarwindow, zodat alle andere
objecten ten opzichte van de boot bewegen.
ii Kijk vooruit. Het midden van de PPI is zo •
geplaatst dat het radarwindow zich niet in het
midden bevindt zodat u maximaal zicht naar voren
hebt.
Instellen. Plaats het midden van de PPI in het •
radarwindow. (Dit werkt alleen wanneer u gebruik
maakt van de relatieve bewegingsmodus (RM)).
Gebruik de pijltoetsen om het midden van de PPI
naar de nieuwe positie te verplaatsen en druk op
om te bevestigen. Vanaf de nieuwe positie dient het
grootste deel van de radarscan op het radarwindow
te verschijnen. Zo niet, dan wordt het PPI-centrum
zo dicht mogelijk bij de gewenste positie geplaatst.
7-11 De radarbewakingszones gebruiken
Gebruik een of beide radarbewakingszones en -alarmen
om u te waarschuwen wanneer een doel een bepaald
gebied rondom uw boot betreedt of verlaat.
Kies op het radarwindow > > Guard zone
17-11-1 Een radarbewakingszone in- en
uitschakelen
Er zijn twee radarbewakingszones beschikbaar. In het
menu Guard zone:
Zone > 1 selecteert radarbewakingszone 1, 2
selecteert radarbewakingszone 2 > Stel Inschakelen
in op (de radarbewakingszone weergeven) of (de
radarbewakingszone verbergen)










