Operation Manual
Kaart menu en INFO windows Hoofdstuk 3-19
3.3.2 Beschrijving kaart kenmerken
Aandachtspunten– bij de instelling ON kunt u informatie verkrijgen over
speciale attracties. Plaats de cursor op het kaart symbool om een info window
te activeren en toets [ENT] om informatie over de attractie op te roepen.
Automatische kaartselectie - Tijdens varen met de “Automatische kaart-
selectie” ON en de cursor UIT zal de kaartschaal zich automatisch aan de aan-
wezige kaart aanpassen. Bij de OFF selectie zal de geselecteerde kaartschaal
worden gehandhaafd, ook wanneer “buiten de kaart” wordt gevaren.
Combineren van niveaus
- bij ON zult u niet langer blanco kaart gebieden
zien omdat het C-MAP archief het ontbrekende gebied van een ander niveau
zal gebruiken om het blanco gedeelte van het scherm op te vullen. De tijd voor
opnieuw intekenen van de kaart zal bij deze functie echter enigszins toenemen.
Cursor 5 min. tijd limiet - kan op ON of OFF worden ingesteld. Bij ON zal
de kaart cursor bij niet gebruiken na 5 minuten automatisch uitschakelen.
Declutter - bij de ON instelling is geen overlappende tekst op de kaart
aanwezig van b.v. Namen, Spot dieptemeting, etc.
Diepte bereik (alleen bij NT MAX) – geef een minimale en maximale afstand
in waartussen u objecten op de kaart wilt zien.
Diepte gebieden - instelbaar op ON of OFF = Niet getoond op de kaart.
GEVULD - de diepte gebieden worden opgevuld met de vooraf ingestelde
kleur in de Palette setup.
CONTOUR - de diepte gebieden worden alleen gemarkeerd door een diepte-
lijn en de opvulling is hetzelfde als de achtergrond/water kleur op de kaart.
Diepte labels (alleen bij NT MAX) – geeft de diepte van onderwater objecten.
Kan aan (ON) en uit (OFF) worden gezet.
Diepte lijnen - instelbaar op ON of OFF = Niet getoond op de kaart.
Diepte: niveaus 1, 2 en 3 – worden onderscheiden door verschillende kleuren.
Het aantal meters van de niveaus is instelbaar. De kleuren worden vooraf in de
Setup voor display ingesteld.
Draaisnelheid instelling – (standaard = 15º) kan worden ingesteld op het
laten
meedraaien van de kaart per elke 5, 10, 15, 20 of 25º wijziging van
grondkoers of kompaskoers.