Operation Manual
Inleiding en overzicht veiligheid Hoodstuk 1-7
3. Verplaats de cursor naar de positie waar het nieuwe routepunt geplaatst
moet worden.
4. Toets [ENT] om te voltooien.
Waypoint navigatie starten (2 methoden)
• Plaats de cursor op het symbool van het WP waar u naar toe wilt:
1. Toets [GOTO], [2].
2. Toets [ENT] om de navigatie te starten.
• Zonder eerst de cursor op het symbool van het WP te plaatsen waar u naar
toe wilt:
1. Toets [GOTO], [2].
2. Gebruik de +/- toetsen om het gewenste WP te selecteren.
3. Toets [ENT] om de navigatie te starten.
Starten van route navigatie (2 methoden)
• Plaats de cursor op het routepunt waar u het eerst naar toe wilt:
1. Toets [GOTO], [3].
2. Selecteer de richting in de route: Forward of Reverse.
3. Toets [ENT] om de navigatie te starten.
• Zonder eerst de cursor op een routepunt te plaatsen waar u het eerst naar toe wilt:
1. Toets [GOTO], [3].
2. Gebruik de +/- toetsen om de naam van een route te selecteren.
3. Gebruik de cursor om een routepunt nummer te selecteren en kies met de
+/- toetsen naar welk routepunt u het eerst wilt gaan.
4. Selecteer de richting in de route: Forward of Reverse.
5. Toets [ENT] om de navigatie te starten.
Doorgaan of stoppen met de navigatie
• Toets [GOTO], [1] voor doorgaan naar het volgende routepunt.
• Toets [GOTO], [3] om te stoppen met de navigatie.
Track starten en stoppen
1. Toets [PLOT], [7].
2. Voordat de track wordt gestart kunt u de track een nieuwe naam geven en
het track interval, het type tracklijn en de kleur wijzigen.
3. Toets [ENT] om de track te starten.
4. Als u de track wilt stoppen toets dan [PLOT], [8], [ENT].