Operation Manual
Motor monitoring Hoofdstuk 8-1
8. Motor menu
5
MOTOR
1
Motor status - zie sectie 8.1
2
Brandstof en transmissie - zie sectie 8.2
3
Accu status - zie sectie 8.3
4
2e Motor status - zie sectie 8.4
5
2e Brandstof en transmissie - zie sectie 8.4
6
2e Accu status - zie sectie 8.4
Dit grafisch motor monitoring systeem is beschikbaar voor motoren
die data uitsturen via NMEA2000 of via een geschikt interface die
NMEA2000 ondersteunt. Afhankelijk van het motor systeem en
interface kan het zijn dat sommige data niet verzonden word op de
databus. Indien niet beschikbaar, neemt u dan contact op met uw
motor fabrikant of uw lokale Simrad dealer.
De CP31/CX33 heeft de mogelijkheid om motor data te ontvangen
en te presenteren. De menu punten 4, 5 en 6 zijn een tweede set van
displays welke alleen beschikbaar zijn wanneer er meer dan twee
motoren gedetecteerd zijn.
Voor twee motoren, geeft het systeem ā2 analoge instrumentenā om
een precies overzicht te geven van het motortoerental synchronicatie
en om de data te vergelijken tussen de twee motoren.
Het motor monitoring systeem geeft analoge aanwijzers en
digitale(numerieke) data voor maximaal 4 motoren ā zie voorbeeld
schermen verderop in dit hoofdstuk.
Algemene instellingen
SimNet zal automatisch de motoren detecteren bij het opstarten en
de standaard parameters instellen. Voordat het monitoring systeem
gebruikt kan worden zult u de instellingen willen aanpassen voor
uw motoren. Standaard is MOTOR 1 tot 4 of ACCU 1 tot 4. Geef de
juiste naam in voor de motor/accu in het Interface setup:
MENU
Roept de menu balk op en...
8,2
Laad het Interface instelling menu