Operation Manual
Hoofdstuk 3-14   Kaart menu en INFO windows
3
Vanuit elk display: Plot en bewaar waypoint. De positie coordinaten 
zijn met nullen gevuld; u kunt via het toetsenbord elke gewenste positie 
intoetsen, de locatie naam wijzigen (cfm. sectie 2.6), of het symbool 
(cfm. sectie 2.5) maar ook de kleur (kiezen met +/- toetsen). Elke wijzi-
ging wordt een nieuwe preset voor plotten/invoegen van de cursor positie.
- Vanuit een actief kaart display met de cursor aan: Dezelfde opties 
als voorgaand behalve dat de nullen van de positie coordinaten ver-
vangen zijn door de cursor positie.
- CX33-E: Vanuit een actief Echo display: Plot en bewaar echogram 
waypoint. Verplaats cursor en toets [ENT] om punt als waypoint te 
registreren incl. actuele diepte. Naam, symbool, kleur etc. kunnen 
worden gewijzigd.
4
Vanuit een actief kaart display met ingeschakelde cursor: Snel een 
route samenstellen met behulp van de cursor en de [PLOT] toets. De 
huidige cursor positie wordt dan de eerste positie van de route die u 
gaat samenstellen. Verplaats de cursor naar de volgende positie en toets 
[PLOT]. Ga op deze wijze verder totdat de route is voltooid. Voor het 
samenstellen van de route kunnen ook bestaande waypoints worden 
gebruikt door simpelweg de cursor op het waypoint te plaatsen en de 
positie te plotten. Als u een onjuiste plot maakt toets dan [CLR] om de 
laatste geplotte positie te wissen. Toets [ENT] om de route op te slaan 
of verlaat de functie met [MENU] zonder opslaan van de route.
   Gebruik nooit de exacte positie van boeien, bakens etc. als way-
points en routepunten. De hoge nauwkeurigheid van het systeem zou 
tot een botsing kunnen leiden tijdens het varen bij duisternis of het 
navigeren op een stuurautomaat.
5
  Vanuit een actief kaart display met ingeschakelde cursor: Volg voor 
het tekenen van lijnen dezelfde procedure als bij het samenstellen 
van een route, zie punt 4.
6
  Vanuit een actief kaart display met ingeschakelde cursor: Plot target 
bij cursor positie. Met uitgeschakelde cursor: plot target bij scheeps-
positie. Na target plotten wordt de positie in het geheugen opgeslagen 
en kunt u het target later redigeren vanuit het menu (cfm. sectie 5.7) 
of direct vanuit de kaart (cfm. sectie 3.2.7).
7
  Vanuit elk display: Een info window oproepen om de track te plot-
ten. Zie sectie 5.5 voor wijzigen van de standaard waarden.
8
Vanuit elk display: Een info window oproepen om de track te stoppen.










