Operation Manual
Hoofdstuk 11-16   Installatie en service
voorzien waardoor de afstand van de transducer tot de romp wordt vergroot en 
de waterstroom zijdelings langs de transducer wordt geleid in plaats van over 
het transducer oppervlak.
Bij schepen met diepstekende kielen moet zeker worden gesteld dat 
de zendbundel van de transducer niet door enig deel van de kiel wordt 
geblokkeerd. Alhoewel de meest geschikte locatie, die aan alle eisen voldoet, 
samenhangt met het type schip en de gebruikelijke vaarsnelheden, is een 
praktische keus als regel een positie op een derde tot de helft van de waterlijn 
lengte, gemeten vanaf de boeg. Om een horizontale positie van de transducer 
te bereiken kan het noodzakelijk zijn om een schuin opvulblok toe te passen.
) De resultaten zullen verbeteren naarmate de transducer meer buiten de 
romp uitsteekt.
Met name bij het gebruik van de lagere frequentie (50 kHz) kan interferentie 
door geruis van de schroef een aanzienlijk probleem zijn. Dit zal zich 
manifesteren als “ruis” op het display van de dieptemeter die bij hogere 
toerentallen sterker zal worden. Om deze ruis te verminderen kan het 
transducer oppervlak tot 3 à 5º naar voren worden gekanteld waardoor de 
raaklijn langs het transducer oppervlak wordt afgebogen tot beneden het 
niveau van de schroefomtrek.
) Om interferentie in de vorm van ruis van de schroef als gevolg van cavitatie 
te minimaliseren is het van belang dat het oppervlak van de schroefbladen 
schoon en onbeschadigd blijft.
Mogelijke bronnen van ruis:
Water/lucht 
ruis
Akoestische ruis Elektrische ruis
Luchtbellen
Turbulentie
Schroef
Scheepsmotor
Keerkoppeling
Generatoren
Hulpmotoren
Diepvries installatie
Hydraulische pompen
Stuurmachine
Boegschroef
Hekschroef
Ruis door elektrische kabels
Ruis van generatoren
Slechte aansluiting van instru-
menten op aarde
Stralingsruis van andere in-
strumenten
Gelijkstroom omvormers
Elektrische lieren
Neon verlichting, etc.










