Operation Manual
94 | Setup tijdens installatie
• Begrijpen wat het verschil is tussen NAV mode en
NoDrift mode en hun data bronnen (Nav, Pos)
• Locatie van kompassen en begrijpen dat magnetische
items uit de buurt gehouden moeten worden
• Locatie van de Hoofd stroomonderbreker en de aparte
SimNet stroomonderbreker indien aanwezig
Kalibratie
De kalibratie is een andere toegang naar procedures voor
kalibratie van het kompas, roer feedback, diepte,
schijnbare wind en vaarsnelheid. Deze procedures
worden behandeld bij “Inbedrijfstelling”.
Roer aandrijving
De submenu´s onder “Roer aandrijving” maken deel uit
van de inbedrijfstelling behalve voor motor uitgang en
rudder deadband (vrije slag roer).
Motor uitgang
De Motor uitgang (afgebeeld als percentage) is het
percentage van maximaal beschikbaar vermogen dat
benodigd is voor het bereiken van een correcte
roersnelheid bij automatische besturing (in de NFU mode
wordt Maximale snelheid gebruikt). Met deze instelling
kunt u de roersnelheid anders instellen dan automatisch
werd ingesteld bij de roertest.
Rudder deadband (vrije slag roer)
De rudder deadband functie is adaptief en constant
actief. Het voorkomt dat het roer gaat jagen en de adap-