Operation Manual
34 | Bediening
NAV
Het prompt display toont de
naam van het volgende waypoint
(WP), de peiling van de tracklijn
(BWW) vanaf het voorgaande
waypoint naar het waypoint van
bestemming, de vereiste koers
verandering (CHG) en de richting
waarin het schip zal draaien.
Als slechts één waypoint is ingevoerd dan is de peiling
gelijk aan de koers vanaf de huidige positie naar het
waypoint van bestemming.
• NAV mode
• Te sturen koers (CTS): 099 is
door de autopilot intern
ingesteld om het schip naar
de tracklijn te sturen en de
peiling te handhaven.
• Cross Track Error - Track Dwarsfout (XTE): 0.024 nm
• Symbool van het schip illustreert of het schip zich
linksof rechts van de geplande track bevindt.
• Kompaskoers: 101° M
• Volgende waypoint: WP1
• Snelheid over de grond (SOG): 6,8 knopen
• Afstand naar volgende waypoint (DTW): 9.14 nm
• Besturing parameter: LO-A
Bij Cross Track Error hangt het aantal getoonde decima-
len af van de GPS of Kaartplotter uitvoer. Drie decimalen
resulteren in nauwkeuriger volgen van de track
Als de AP28 in de NAV mode wordt gebruikt om langs een
route met waypoints te sturen dan zal de AP28 zich na
acceptatie van de NAV mode prompt richten op het
dichtstbijzijnde waypoint in de richting van de route. Bij
aankomst op het waypoint zal de AP28 een hoorbaar
alarm laten horen en een alarm scherm tonen met
nieuwe koers informatie en dan automatisch koers zetten
langs het nieuwe routedeel.