Operation Manual
Bediening | 15
Motorjachten
Bij motorjachten wordt de automatische selectie van HI
of LO uitsluitend door de snelheid van het schip bepaald
zoals in bovenstaand diagram word getoond.
Zeiljachten
Bij varen in de WIND mode wordt de parameter bepaald
door zowel de snelheid van het schip als de richting van
de wind, zoals onderstaand afgebeeld.
Mocht u teveel snelheid verliezen, b.v. tijdens overstag
gaan, dan wijzigen de parameters naar HI om voldoende
roer respons te verkrijgen. Bij het instellen van de
transitie snelheid bij zeiljachten moet hiermee rekening
worden gehouden. Zie ook
Wind reactie op pagina 16.
Respons aanpassen
De Autotune functie in the AP28 is dusdanig geraffineerd
dat de meerderheid van schepen geen verdere aanpas-
sing van besturing parameters behoeft. Bij sommige
schepen of bij bepaalde zeegang condities kan echter een
fijnafstelling van de besturing parameters de prestatie
van de autopilot verbeteren.
De Respons regeling stelt u in staat om deze fijnafstelling
uit te voeren voor elk van de twee parameter sets
(HI/LO). De respons kan op negen niveaus worden
ingesteld. Niveau 4 is standaard met parameter waarden
zoals ingesteld door de Autotune functie. Als geen
Autotune is uitgevoerd (wordt niet aanbevolen) dan zijn
de niveau 4 waarden de af fabriek standaard waarden.
Een laag respons niveau verlaagt de roer activiteit en
biedt een meer “losse” besturing.