Operation Manual

Setup tijdens installatie | 85
De waarden in de tabel zijn af fabriek (standaard) en de
opsomming is slechts informatief. Na het uitvoeren van
Autotune kunnen de waarden van de tabel waarden
afwijken. Zie ook “Autotune” eerder in dit hoofdstuk.
De twee meest belangrijke parameters die de prestatie
van automatische besturing bepalen zijn Roer en
Tegenroer.
Roer
stelt de roerversterking in, d.w.z. de verhouding
tussen de opgedragen roerhoek en de koersfout.
Bij te weinig roeruitslag kan de autopilot geen vaste
koers volgen
Bij teveel roeruitslag ontstaat onstabiele besturing en
wordt de snelheid verlaagd
Lage snelheid vereist meer roeruitslag dan hoge
snelheid
Zie ook “Minimum Roer” op pagina
86.
Tegenroer
is de parameter die het effect van
draaisnelheid en inertie tegengaat. Gedurende een korte
periode wordt tegenroer gekoppeld aan de proportionele
roer respons die door de koersfout wordt veroorzaakt.
Soms lijkt het alsof hierdoor het roer naar de verkeerde
kant beweegt (tegenroer).
De beste manier voor controle van de Tegenroer
instelling is tijdens het maken van bochten. De
Te weinig roer
Teveel roer
Te sturen koers
Te sturen koers