Operation Manual

NL
BE
 41
SSJ 150 A1
1) Plaats het zeefvak zodanig op de apparaatvoet , dat de drie vergren-
delpallen op de apparaatvoet in de drie uitsparingen aan de onderkant
van het zeefvak
grijpen.
2)
Plaats het afneembare zeefframe in het zeefvak . Draai
het zeefframe heen en weer om te zien of daardoor het
tandwiel op de binnenbodem van het zeefvak draait.
3) Plaats de zeef
zo in het afneembare zeefframe , dat de -markering
boven op de zeef naar de -markering op de zeefvakhouder wijst.
4) Plaats de transportschroef
op de aandrijfas , draai hem iets en druk
hem daarbij omlaag, zodat hij voelbaar vastklikt. Controleer of de transport-
schroef goed vastzit voordat u verder gaat met het in elkaar zetten van het
apparaat.
5) Plaats het deksel van de behuizing
op het zeefvak , zodat de
-markering op het deksel van de behuizing naar de -markering op de
zeefvakhouder wijst.
6) Draai het deksel van de behuizing met de wijzers van de klok mee, tot de
-markering naar de -markering op de zeefvakhouder wijst en vastklikt.
7) Schuif het opvangreservoir voor vruchtvlees en bezinksel onder de
uitloop voor vruchtvlees en bezinksel (zie afbeelding A).
8) Schuif het sapreservoir
onder de sapuitloop (zie afbeelding A).
Voorbereiding van de vruchten / groenten
Belangrijk: gebruik alleen vruchten die goed rijp zijn, aangezien de
zeef anders kan dichtslibben. Dit zou herhaaldelijk reinigen van de
zeef noodzakelijk maken.
Was of schil de vruchten of groenten die u wilt verwerken.
Grote pitten of steentjes moeten altijd vóór het vullen uit de vruchten worden
gehaald.
Pitvruchten (zoals appel, peren) kunnen met schil en klokhuis worden ver-
werkt. Andere pitten (perziken, pruimen) en alle grote pitten (meloenen etc.)
en stelen verwijderen om beschadiging van het apparaat te voorkomen.
Vruchten met een dikke schil (bijv. citrusvruchten, meloenen, kiwi's, rapen)
moeten altijd eerst worden geschild.