Operation Manual
SF 0103
15
Onderhoud
In verband met de veiligheid dient de fiets goed onderhouden te
worden om de fiets in goede conditie te houden.
Dagelijkse controle en onderhoud:
• Controleer of de voorasmoeren en de achterasmoeren goed vast
zitten.
•
Controleer het frame op roest en scheuren.
• Zorg dat de bandenspanning van beide banden goed is.
• Houd in de gaten of de versnelling geen vreemd geluid maakt.
•
Controleer of alle bevestigingen (vooral voorvork en frame)
stevig vast zitten om instabiliteit, breken of vallen te voorkomen.
•
Controleer of de remmen naar behoren functioneren. Zorg dat de
remkabels voldoende zijn ingevet.
Waarschuwing:
Zorg er ten alle tijden voor dat handvatten,
voorwiel, achterwiel en trapinrichting niet los zit
om ongelukken te voorkomen.
Onderhoud- en reinigingsvoorschriften:
• Gebruik voor het reinigen van de fiets geen hogedruk reiniger.
Dit om elektrische delen te beschermen tegen kortsluiting,
contactbreuk en corrosie van contacten.
• Vermijd bij het schoonmaken dat er water in de onderbuis van de
verende voorvork komt.
• Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen op de gelakte
metalen delen en op de plastic delen.
•
De remmen, motor en banden dienen niet gesmeerd te worden.
SF 0103
16
Smeerbeurten:
Wij adviseren om de fiets elke 3 maanden aan een
onderhoudsinspectie te onderwerpen en delen die gesmeerd dienen
te zijn (kettingwielen, ketting en remkabels) te smeren met #20 olie.
De vooras, achteras, trapas, remkabels en versnellingkabel kan
gesmeerd worden met siliconenspray. In de volgende tabel worden
de delen die gesmeerd dienen te worden gedetailleerd behandeld.
Periodieke controle en onderhoud:
Houd voor controle en onderhoud onderstaand schema aan.
periode
item
50km 500km 1000km Elke
1000km
remmen A A C C
remkabels S S C/S C/S
banden C C C C
bedrading C C C C
voorvork C C C C
assen C C/S V/S V/S
ketting S S S S
pedalen C C C C
Betekenis:
C: Controleren, reinigen en afstellen
V: Vastzetten
A: Afstellen
S: Smeren