Operation Manual

2.5 Synchronisatie van de sensoren
Voor de synchronisatie van de sensoren moet de ROX 10.0 GPS zijn
ingeschakeld en zich in trainingsmodus bevinden.
Zodra de desbetreffende synchronisatie doorlopen is, wordt de respectievelijke
waarde aan de ROX 10.0 GPS in het bovenste displaysegment van de
weergavemodus „Fietscomputer“ getoond.
Aanwijzing:
De ROX 10.0 GPS is voor maximaal drie fietsen geconcipieerd. In het koppelmenu
heeft u de sensoren al aan een bepaalde fiets (fiets 1, 2 of 3) toegewezen. Met
welke fiets u rijdt, moet handmatig worden geselecteerd (voorinstelling: fiets 1).
Ga hiervoor als volgt te werk:
Open het snelmenu (druk de bovenste toetsen
BACK
en
ENTER
gelijktijdig)
Selecteer „Fietskeuze“ met
of
Druk
ENTER
Selecteer de desbetreffende fiets met of
Bevestig met
ENTER
Verlaat het snelmenu met
BACK
OPGELET:
De ROX 10.0 GPS toont alleen de waarden van sensoren die gekoppeld zijn en
als u de bijbehorende fietskeuze heeft gedaan.
2.5.1 Synchronisatie van de snelheid
Hiervoor zijn 2 mogelijkheden:
Wegrijden, doorgaans heeft de ontvanger zich na 5 wielomwentelingen met
de sensor gesynchroniseerd.
Voorwiel draaien, tot de KMH-weergave op het display wordt weergegeven.
2.5.2 Synchronisatie van de trapfrequentie
Hiervoor zijn 2 mogelijkheden:
Wegrijden, doorgaans heeft de ontvanger zich na 5 wielomwentelingen met
de zender gesynchroniseerd.
Pedalen draaien tot de actuele trapfrequentie op het display wordt
weergegeven.
Pagina 11
Synchronisatie van de sensoren
Montage van de ROX 10.0 GPS en eerste keer inschakelen
www.sigmasport.com ROX 10.0
ROX 10.0