Datasheet
41
tabel A
Camera
Type Objectief
Belichtingsregeling
Lichtmeting
DDL Systeem
N.B.
Afstands
controle
D, G type
Alle instellingen
Alle instellingen
3-D Multi-Sensor BL
AF objectief of
ander dan D,G
Alle instellingen
Alle instellingen
Multi-Sensor BL
1
F5, F100
F90X/N90serie
F80/N80serie
F70D/N70
F75/N75
Zonder CPU
A/M instelling
Nadruk midden /
Spotmeting
Nadruk midden /
Spotmeting/Invulflits
Kan omschakelen naar DDL
instelling. Bij de F5, F100, F80
serie is de spotmeting altijd
DDL
2
%
Matrix
DDL - BL
Met ingebouwde
CPU
Alle instellingen
Nadruk midden /
spotmeting
Nadruk midden /
Spotmeting / Invulflits
1
F4 serie
F801S/N8008S
F801/N8008
F65/N65
Pronea 600i
Zonder
ingebouwde CPU
A/M instelling
Nadruk midden /
spotmeting
Nadruk midden /
Spotmeting / Invulflits
Kan omschakelen naar DDL
instelling. DDL BL werkt alleen
bij de F4 serie, AF F3, Ai-S,
Ai, E objectief serie.
Spotmeting bij de F4 is altijd
DDL. Pronea 600i is DDL als
de “M” mode is ingesteld.
Nadruk midden BL
functioneerd niet
2
Matrix
DDL - BL
Met ingebouwde
CPU
Alle instellingen
Nadruk midden /
spotmeting
Nadruk midden /
Spotmeting / Invulflits
F601/N6006
F601M
Zonder
ingebouwde CPU
A/M instelling
Nadruk midden /
spotmeting
Nadruk midden /
Spotmeting / Invulflits
Spotmeting kan niet worden
gebruikt met de F601M
2
Met ingebouwde
CPU
P/S
A/M
DDL - BL
Als de “M” mode is ingesteld
zal de nadruk midden /
spotmeting / invulflits worden
gebruikt
2
F60D/N60
F50D/N50
F401X/4004S
Zonder
ingebouwde CPU
M
Nadruk midden /
Spotmeting / Invulflits
2
P
DDL program
Met ingebouwde
CPU, Ai-S, E
serie, Af F3
objectieven
A/M
DDL
F501/N2020
F301/N2000
Andere dan
bovengenoemde
objectieven
A/M
DDL
2
P/S
DDL program
Met ingebouwde
CPU
A/M
DDL
2
F401S/N4004S
F401/N4004
Zonder
ingebouwde CPU
M
DDL
2
FA, FE2, FM3
FG, F3
Met en zonder
ingebouwde CPU
A/M
DDL
2
Afstandcontrole:
1
:Op de LCD display van de flitser is het ingesteld F-getal en de werkafstand zichtbaar.
2
:Zet het F-getal van de flitser gelijk aan het F-getal wat op de camera is ingesteld en controleer de
werkafstand op de LCD display van de flitser. Om het F-getal van de flitser te wijzigen drukt u op de SEL toets
zodat het F-getal gaat knipperen. Gebruik de
+
en
–
toetsen om het gewenste F-getal in te stellen. Druk
dan nogmaals op de SEL toets en het ingestelde F-getal stopt met knipperen.
! Indien u de flitser gebruikt in combinatie met een Digitale Reflexcamera zullen de diverse functies /
mogelijkheden sterk afhankelijk zijn van het gebruikte objectief type en de gekozen meet methode, dit is
vergelijkbaar met de F5 en F100 serie’s. (De TTL modus zal altijd de D-TTL of i-TTL zijn)
Maximale prestaties bij continu fotograferen.
Om oververhitting te voorkomen dient u uw flitser tenminste 10 minuten niet te gebruiken na het aantal
flitsen in de onderstaande tabel:
Mode
Aantal flitsen
TTL, M(1/1,1/2)
15 flitsen achter elkaar
M(1/4, 1/8)
20 flitsen achter elkaar
M(1/16-1/32)
40 flitsen achter elkaar
Multi
10 cycli
Handmatige flitsinstelling
Als de opname moeilijk correct te belichten is met de TTL instelling, is het aan te bevelen om de flitser
handmatig in te stellen. Met de handmatige instelling is het mogelijk om de flitsintensiteit in te stellen van
1/1 (volledig) tot 1/64 (0.3 stop).
1. Stel de belichting van de camera in (A, M modes)










