NL ES IT FR GB/US DE running COMPUTER RUNNING COMPUTER SPEED – DISTANCE – HEART RATE www.sigmasport.
INHOUD 172 1 Voorwoord 174 2 Verpakkingsinhoud 174 3 Veiligheidsaanwijzingen 175 4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.2 4.3 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 Overzicht R3-zender bevestigen Borstriem omdoen HipClip bevestigen Voor de eerste training Toets kort en lang indrukken Overzicht modi en fincties Rustmodus Trainingsmodus Instelmodus 175 175 176 176 177 178 179 180 180 181 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.5.1 5.5.2 5.5.3 5.5.4 5.5.5 5.5.6 5.5.7 5.5.8 5.5.9 5.5.10 5.5.11 5.5.12 5.5.
5.5.14 5.5.15 5.5.16 5.5.17 5.5.18 5.5.19 Totaalafstand instellen Totale looptijd instellen Totaal calorieën instellen Contrast instellen Toetstonen instellen Zone-alarm in- en uitschakelen 190 191 191 191 191 191 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.4.1 6.4.2 6.5 Kalibratie & Correctiefactor Waarom kalibreren? Functie kalibratie Kalibratie oproepen Kalibreren Kalibratie voorbereiden Kalibratieproces uitvoeren Correctiefactor 192 192 192 193 193 194 194 195 7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.
1 VOORWOORD Gefeliciteerd met uw keuze voor een Running Computer van SIGMA SPORT®. Uw nieuwe Running Computer zal jarenlang een trouwe begeleider bij sport en vrije tijd zijn. U kunt uw Running Computer voor veel activiteiten gebruiken, onder andere voor: kk kk kk kk Hardlooptraining Walking en Nordic Walking Wandelen Zwemmen (alleen hartslagmeting) De Running Computer RC 1209 is een technisch hoogwaardig meetinstrument en meet naast de hartslag ook afstand en snelheid. Lees a.u.b.
2 VERPAKKINGSINHOUD R3-zender incl. batterij voor snelheids- en hartslagmeting De R3-zender zendt digitaal gecodeerd naar uw RC 1209. HipClip voor R3-zender voor het trainen zonder hartslag, maar met snelheid. 3 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN kk Consulteer voor het begin van de training uw arts om gezondheidsrisico’s te vermijden. Dit geldt met name, als u een cardiovasculaire aandoening heeft of als u lang niet aan sport heeft gedaan.
4 OVERZICHT 4.1.1 Borstriem omdoen Druk de R3-zender in de drukkers van de borstriem. Belangrijk: Haal de R3-zender na de training weer van de riem af om de batterij te sparen. De zender is alleen actief als er tussen beide contacten stroomuitwisseling is. Dit is het geval als de borstriem op de huid gedragen wordt en de borstriem en/of de R3-zender bijvoorbeeld op een vochtige handdoek ligt. Zodra de LED knippert, is de R3-zender ingeschakeld. Pas de lengte van de riem aan.
4 OVERZICHT Bevestig de HipClip op het midden van uw broek. Belangrijk: Snelheid en afstand worden alleen correct gemeten als u de HipClip in het midden aan de voorkant draagt. 4.2 Voor de eerste training Voordat u met de eerste training kunt beginnen, dient u de Running Computer als volgt voor te bereiden: 1. Het batterijvakdekseltje met het bijbehorende gereedschap op ON zetten. NL 2. Het apparaat wisselt automatisch naar de instelmodus.
4 OVERZICHT 4. Kalibreren Opdat de Running Computer optimale resultaten toont, moet u hem kalibreren (zie verder hoofdstuk 6 „Kalibratie”). In de instelmodus naar „Kalibratie & correctiefactor” bladeren. De toets SET indrukken. De Running Computer leidt u door de kalibratie. Na de kalibratie verlaat u de instelmodus door de toets SET lang in te drukken. 5. Training starten. Met de toets START/STOP start u uw eerste training. 6. Als u de training beëindigen wilt, drukt u op de toets START/STOP.
4 OVERZICHT Toets HARTSLAG (-) lang indrukken. Toets HARTSLAG (-) nog steeds ingedrukt houden. Het display knippert tweemaal en toont dat de trainingsmodus gesloten wordt. De rustmodus wordt getoond. Toets HARTSLAG (-) loslaten. 4.4 Overzicht modi en functies Een van de toetsen lang indrukken Rustmodus 1 x lang indrukken Trainingsmodus NL Hier ziet u een overzicht van de verschillende modi (trainingsmodus, instelmodus en rustmodus). Door een toets lang in te drukken wisselt u tussen twee modi.
4 OVERZICHT 4.4.1 Rustmodus In de rustmodus worden alleen kloktijd en datum getoond. U wisselt van rustmodus naar de trainingsmodus door een willekeurige toets lang in te drukken. 4.4.2 Trainingsmodus In deze modus traint u.
4 OVERZICHT 4.4.3 Instelmodus In deze modus kunt u de instellingen van het apparaat aanpassen. kk Met de toets SPEED (+) bladert u vooruit, van taal naar zone-alarm. kk Met de toets HARTSLAG (-) bladert u terug, van zone-alarm naar taal.
5 INSTELMODUS 5.1 Instelmodus openen Voorwaarde: Uw Running Computer toont de trainingsmodus (zie hoofdstuk 4.3 „Overzicht modi en functies”). Toets SET lang indrukken. Het display knippert twee keer, dan is de instelmodus open. 5.2 Displayopbouw 1. Regel SET toont, dat de instelmodus geopend is. 3. Regel/ 4. Regel Submenu of de te wijzigen instelling. 5.
5 INSTELMODUS 5.4 Korte richtlijn apparaatinstellingen Instellingen zoals taal, maateenheid, correctiefactor, geslacht, verjaardag, gewicht, HF max., contrast, toetstonen en zone-alarm stelt u altijd direct in: U kiest de instelling, verandert de waarde en slaat de gewijzigde instelling op. Voorwaarde: Uw Running Computer toont de Instelmodus (hoofdstuk 5.1). 1 Toets HARTSLAG (-) of SNELHEID (+) net zo vaak indrukken, tot u bij de gewenste instelling komt.
5 INSTELMODUS 5.5.5 Datum instellen Voorwaarde: Uw Running Computer toont de instelmodus. Toets SPEED (+) net zo vaak indrukken, totdat „Date” (Datum) op het display staat. Toets SET indrukken. „Year” (Jaar) wordt getoond, daaronder knippert het vooringestelde jaar. Nu stelt u met de toets SPEED (+) of HARTSLAG (-) het jaartal in. Toets SET indrukken. „Month” (Maand) wordt getoond. Nu stelt u met de toets SPEED (+) of HARTSLAG (-) de maand in. Toets SET indrukken. „Day” (Dag) wordt getoond.
5 INSTELMODUS 5.5.6 Kloktijd instellen Voorbeeld: De wintertijd wordt zomertijd. U wilt de kloktijd aanpassen. Voorwaarde: Uw Running Computer toont de instelmodus. Toets SPEED (+) net zo vaak indrukken, totdat „Clock“ (Kloktijd) op het display staat. Toets SET indrukken. „24H” wordt getoond en knippert. Met de toets SPEED (+) of HARTSLAG (-) kiest u tussen een 12-uurs- of 24-uursaanduiding. Toets SET indrukken. De kloktijd wordt getoond. De uurinvoer knippert. NL Toets SPEED (+) indrukken.
5 INSTELMODUS 5.5.7 Geslacht instellen Zoals in Hoofdstuk 5.4 „Korte richtlijn apparaatinstellingen” beschreven. Deze instelling resulteert in de berekening van de maximale hartslag en calorieën. Sel de waarde daarom correct in. 5.5.8 Verjaardag instellen Zoals in hoofdstuk 5.4 „Korte richtlijn apparaatinstellingen” beschreven. Deze instelling resulteert in de berekening van de maximale hartslag en calorieën. Sel de waarde daarom correct in. 5.5.9 Gewicht instellen Zoals in hoofdstuk 5.
5 INSTELMODUS 5.5.11 Trainingszone instellen U kunt kiezen tussen drie trainingszones. Daarmee worden de boven- en ondergrenzen voor het zone-alarm vastgelegd. Voorbeeld: U wilt een vetverbrandingsloop doen. Daarvoor stelt u de zone „Vetverbranding” in. Voorwaarde: Uw Running Computer toont de instelmodus. Toets HARTSLAG (-) net zo vaak indrukken tot „Train. zone” op het display staat. Toets SET indrukken. De ingestelde trainingszone wordt getoond. Met de toets SPEED (+) tot „Fat Burn” (Vetverbr.
5 INSTELMODUS 5.5.12 Trainen met trainingszones Uw Running Computer heeft drie trainingszones. De vooringestelde trainingszones „Vetverbranding” en „Fit Zone” worden uit de maximale hartslag berekend. Elke trainingszone heeft een boven- en een onderwaarde van de hartslag. kk Vetverbranding Hier wordt de aerobe stofwisseling getraind. Bij lange duur en geringe intensiteit worden er meer vetten dan koolhydraten ver brand resp. in energie omgezet. De training in deze zone ondersteunt u bij het afvallen.
5 INSTELMODUS Toets SET indrukken. De ingestelde trainingszone wordt getoond. Met de toets SPEED (+) tot „Individual” (Individuele) bladeren. Toets SET indrukken. „Lower Limit” (Ondergrens) wordt getoond. De ingevoerde waarde knippert. Toets HARTSLAG (-) net zo vaak indrukken totdat de waarde 120 is. NL Toets SET indrukken. „Upper Limit” (Bovengrens) wordt getoond. De ingevoerde waarde knippert. Toets SPEED (+) net zo vaak indrukken totdat de waarde 160 is. Toets SET indrukken.
5 INSTELMODUS 5.5.14 Totaalafstand instellen Voorbeeld: U heeft een Running Computer gekocht en wilt de totaalafstand van 560 kilometer uit uw trainingsdagboek overnemen. Voorwaarde: Uw Running Computer toont de instelmodus. Blader met de toets SPEED (+) tot „Tot. Dist” (Tot.afstand) op het display staat. Toets SET indrukken. Onder de totaalafstand ziet u nullen. De eerste positie knippert. Toets SET twee keer indrukken. De positie voor de honderdtalinvoer knippert.
5 INSTELMODUS 5.5.14 Totaalafstand instellen Toets HARTSLAG (-) net zo vaak indrukken tot 6 getoond wordt. Toets SET indrukken. De 6 overnemen en het laatste cijfer voor de komma knippert. Toets SET indrukken. De instelling wordt opgeslagen. 5.5.15 Totale looptijd instellen Zoals in hoofdstuk 5.5.14 „Totaalafstand instellen” beschreven. 5.5.16 Totaal calorieën instellen Zoals in hoofdstuk 5.5.14 „Totaalafstand instellen” beschreven. 5.5.17 Contrast instellen NL Zoals in hoofdstuk 5.
6 KALIBRATIE & CORRECTIEFACTOR 6.1 Waarom kalibreren? Ieder mens heeft een andere stijl van wandelen en hardlopen wat invloed heeft op de meting. Daarom dient u de R3-zender op uw loopstijl in te stellen (kalibreren). Als u de voorinstellingen gebruikt, kan de afwijking groter zijn. Als u de sensor kalibreert dan meet u veel nauwkeuriger. 6.2 Functie kalibratie De Running Computer heeft en kalibratiefunctie.
6 KALIBRATIE & CORRECTIEFACTOR 6.3 Kalibratie oproepen Voorwaarde: Het apparaat bevindt zich in de trainingsmodus. U draagt de R3-zender en de Running Computer. De toets SET lang indrukken tot de instelmodus open is. De toets SPEED (+) net zo vaak indrukken tot de functie „Calibration” (Kalibratie) verschijnt. De toets SET indrukken. De RC 1209 geeft de positie van de R3-sensor (borst en heupen) door en start de kalibratiefunctie. De RC 1209 voert u door de kalibratie. 6.
6 KALIBRATIE & CORRECTIEFACTOR 6.4.1 Kalibratie voorbereiden 1 Doe de borstriem om of bevestig de HipClip. 2 Ga naar een opgemeten parcours dat minstens 800 meter lang is. Tip: De binnenbaan van een stadion is 400 meter. 3 Kies in de instelmodus „Kalibratie” 4 Druk op de toets SET. De Running Computer herkent of u de HipClip of de borstriem draagt. De functie „Hardlopen” wordt getoond. Tip: Als u de RC 1209 voor „Wandelen” wilt kalibreren, kiest u met de toets SPEED (+) de functie „Wandelen”.
6 KALIBRATIE & CORRECTIEFACTOR 6.5 Correctiefactor Als u met of zonder kalibratie goede waarden bereikt die slechts minimaal in een richting afwijken, heeft u de mogelijkheid deze waarden met de correctiefactor handmatig te corrigeren. Voorbeeld: U weet dat u precies 2000 m gelopen heeft, maar de Running Computer geeft steeds wat te veel aan, namelijk 2037 m. De correctiefactor staat met 1,000 op fabrieksinstelling en bewerkstelligt nog een kleine verandering.
7 TRAININGSMODUS 7.1 Trainingsmodus openen Zo wisselt u naar de trainingsmodus: kk Uit de rustmodus Een willekeurige toets lang indrukken. kk Uit de instelmodus De toets SET lang indrukken. 7.
7 TRAININGSMODUS kk Stopwatch stopgezet - synchronisatie correct Het stopwatchsymbool is verborgen. Heeft de functie een donkere achtergrond, dan zijn R3-zender en RC 1209 gesynchroniseerd en de stopwatch ingesteld. kk Stopwatch stopgezet – geen synchronisatie met de RC 1209 Het stopwatchsymbool is verborgen. Heeft de functie een lichte achtergrond, dan zijn R3-zender en RC 1209 niet meer gesynchroniseerd. Synchroniseer door de toets SPEED (+) lang ingedrukt te houden.
7 TRAININGSMODUS 7.4 Functies tijdens de training De Running Computer berekent een veelvoud aan waarden die niet alle gelijktijdig getoond kunnen worden. Daarom kunt u met een druk op de toets andere functies inschakelen. Met de SET-toets wisselt u in de middelste regel tussen snelheid en afstand. Met de toetsen HARTSLAG (+) of SPEED (-) kiest u welke functie u in het onderste deel wilt zien. Opmerking: Calorieën, afstand, gemiddelde en maximale waarden worden alleen berekend als de stopwatch loopt. 7.
7 TRAININGSMODUS Synchronisatie Start de trainingsmodus. Stelt de RC 1209 zich opnieuw op uw R3-zender in, dan wordt deze gesynchroniseerd. Tijdens de synchronisatie verschijnt „SYnC” in het display. De synchronisatie is afgesloten als „SYnC” niet meer in het display staat. Melding „Too many signals” (Te veel signalen) Deze melding verschijnt als er te veel zenders in de buurt zijn. Om opnieuw te synchroniseren gaat u als volgt te werk: 1 Ga ca. 10 m bij mogelijke storingsbronnen vandaan, zoals bijv.
7 TRAININGSMODUS 7.7 Training onderbreken U kunt de training te allen tijde onderbreken en vervolgens weer voortzetten. Toets START/STOP indrukken. Het stopwatchsymbool verdwijnt. De stopwatch is gestopt. Toets START/STOP opnieuw indrukken. Het stopwatchsymbool wordt weer getoond. De stopwatch loopt weer. 7.8 Training beëindigen U heeft uw trainingsloop beëindigd en wilt de training ook in de Running Computer stopzetten. Toets START/STOP direct indrukken.
7 TRAININGSMODUS 7.9 Trainingswaarden na de training Voorwaarde: U bevindt zich in de trainingsmodus. Na de training kunt u de meetwaarden in de trainingsmodus in alle rust bekijken. Met de toetsen SET, HARTSLAG (-) en SPEED (+) bladert u tussen de afzonderlijke waarden. Naast de actuele trainingswaarden toont de Running Computer ook opgetelde waarden zoals: kk Totale looptijd kk Totaalafstand kk Totaal calorieën Opmerking: Totaalwaarden zijn alleen beschikbaar als de stopwatch stil staat. 7.
8 ONDERHOUD EN REINIGING 8.1 Batterij verwisselen In de Running Computer wordt de batterij CR2032 (art.nr. 00342) en in de R3-sensor de batterij CR2450 (art.nr. 20316) gebruikt. Voorwaarde: U heeft een nieuwe batterij en het gereedschap voor het batterijvakdekseltje. 1 Draai het dekseltje met het gereedschap tegen de wijzers van de klok in, tot de pijl wijst naar OPEN. Als alternatief kunt u ook een pen gebruiken. 2 Verwijder het dekseltje. 3 Haal de batterij eruit. 4 Plaats de nieuwe batterij.
8 ONDERHOUD EN REINIGING 8.2 Textielborstriem Comfortex+ wassen De Comfortex+ textielborstriem kan op +40°C/ 104°F handwas in de wasmachine gewassen worden. U kunt de gangbare wasmiddelen gebruiken. Geen bleekmiddel of wasmiddel met bleek gebruiken. kk Geen zeep of wasverzachter gebruiken. kk De Comfortex+ niet chemisch laten reinigen. kk Zowel de riem als de zender mogen niet in de droger. kk Leg de riem neer als hij moet drogen. Niet uitwringen of in natte toestand uitrekken of ophangen.
8 ONDERHOUD EN REINIGING 8.4 Afvoeren LI = Lithium Ionen Batterijen mogen niet bij het huishoudelijk afval terechtkomen (Europese richtlijn batterijen). Geef de batterijen af bij een daarvoor bestemde afvalverzamelplaats. Elektronische apparaten mogen niet bij het huishoudafval terechtkomen. Geef het apparaat af bij een daarvoor bestemde afvalverzamelplaats.
NL Notities 205
running COMPUTER RC 1209 SIGMA Elektro GmbH Dr. - Julius - Leber - Straße 15 D - 67433 Neustadt /Weinstraße Tel. + 49 (0) 63 21- 9120 - 0 Fax. + 49 (0) 63 21- 9120 - 34 E - mail: info@sigmasport.com SIGMA SPORT USA North America 1067 Kingsland Drive Batavia, IL 60510, U.S.A. Tel. +1 630 - 761 - 1106 Fax. +1 630 - 761 - 1107 Service-Tel. 888-744-6277 SIGMA SPORT ASIA Asia, Australia, South America, Africa 10F, No.192, Zhonggong 2 nd Rd., Xitun Dist., Taichung City 407, Taiwan Tel. +886-4- 2358 3070 Fax.