Operation Manual
101
Systeem instellen
Gigaset SX353 / niederl. / A31008-X353-B100-2-5419 / settings_bs.fm / 01.03.2005
Systeem instellen
De afkortingen tussen haakjes achter de titels verwijzen naar de verschillende ISDN-
services. U kunt een aantal functies pas gebruiken nadat de netwerkprovider deze
beschikbaar heeft gesteld (eventueel tegen een extra vergoeding). Bovendien bestaat
de mogelijkheid dat uw netwerkprovider niet alle features kan aanbieden.
Namen voor interne deelnemers wijzigen
Standaard zijn volgens de nummering aan alle interne nummers de namen Intern 11 ,
Intern 12 enzovoort toegekend. U kunt deze namen naar wens aanpassen.
ISDN-nummers (MSN) instellen/wissen
Met ISDN beschikt u over twee afzonderlijke telefoonlijnen (B-kanalen) die u
tegelijkertijd kunt gebruiken. Op uw basistoestel kunt u maximaal tien eigen
telefoonnummers (MSN-nummers) instellen.
ISDN-nummers (MSN) instellen en namen wijzigen
Als u met de configuratie-wizard (pagina 19) nog niet alle telefoonnummers heeft
opgeslagen, kunt u dat nu alsnog doen. Alle achteraf opgeslagen telefoonnummers
worden automatisch aan alle aangemelde toestellen toegewezen.
i
Menu openen.
s Basis instellen
Selecteren en bevestigen.
s Instellingen
Selecteren en bevestigen.
~
Indien nodig PIN-code invoeren (pagina 98).
s Deeln. defin.
Selecteren en bevestigen.
s Tst. instellen
Selecteren en bevestigen.
sInt11: Intern 11 W
Interne nummer selecteren en submenu openen,
bijvoorbeeld
Int11: Intern 11 .
Naam
Bevestigen.
~ W
Namen wijzigen en submenu openen.
Invoer opslaan
Bevestigen. De naam wordt nu in de interne lijst
weergegeven, ook bij interne oproepen vanaf dit
interne nummer.
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
i
Omdat de namen in het basisstation zijn opgeslagen, kan een toestel een
andere naam krijgen als dit bij een ander basisstation wordt aangemeld.
Hierdoor kunt u herkennen met welk basisstation het toestel in
verbinding staat.










