Operating Instructions

10 / 10
Siemens Gebruiksaanwijzing RMU7..B CE1B3144_nl
Building Technologies Storing 2015-03-31
Storing
Wanneer er in de installatie een storing optreedt, verschijnt
deze op het display en de LED in de storingstoets knippert
of brandt. Ga als volgt te werk:
LED knippert:
1. Druk op de
toets om de storing te bevestigen.
2. Als de LED blijft branden, is de storing nog steeds
aanwezig, of de toets moet nogmaals worden ingedrukt
om te ontgrendelen.
LED brandt:
1. Verhelp de storing.
2. Als de LED blijft branden, kan de storing worden
ontgrendeld door nogmaals indrukken van de
toets.
Ontgrendelen is alleen mogelijk als de oorzaak van de
storing is opgeheven.
Neem contact op met uw servicetechnicus als de storing
niet is verholpen.
Aanvullende informatie over de storingsweergave:
Menu Storingen actueel.
Geeft de actuele storingen weer. De volgende informatie
wordt per storing weergegeven:
· Oorzaak (b.v. pomp 1).
· Het storingsnummer (voor de servicetechnicus).
· De datum en de tijd van het optreden van de storing.
Storingshistorie...
Geeft de laatste 10 storingen weer. De bijbehorende
informatie is gelijk aan die bij actuele storingen.
Storingsmelding Bus.
Wanneer uw installatie meerdere regelaars bevat, worden
storingen van andere regelaars weergegeven.
Storingsweergave in het instelniveau
Wanneer u de ESC toets 2 seconden ingedrukt houdt, wordt
de actuele storing weergegeven.
Pad:
Welkom > Hoofdmenu > Storingen...
Informatie voor uw servicetechnicus
Uw regelaar bevat karakteristieke gegevens, die uw
servicetechnicus nodig heeft om u te helpen, vragen over
uw installatie te beantwoorden enz. U vindt deze informatie
in het submenu Regelaar-info....
Bedienregel
Toelichting, voorbeeld
Installatietype A01.
Installatietype aangepast Ja.
Bestandsnaam AEFB01 U3B HQ.
Regelaartype RMU730B-1.
Software-versie Van de regelaar.
Hardware-versie Van de regelaar.
Pad:
Welkom > Hoofdmenu > Regelaar-info... > Regelaars... > ...
Bespaar energie zonder beperking van comfort
· Verwarm overdag op maximaal 21 °C. Iedere graad
daarboven verhoogt de stookkosten met 6 tot 7 %
· Koel overdag niet lager dan 24 °C. Iedere graad
daaronder verhoogt de kosten voor koeling
· Richtwaarden voor de ruimtetemperatuur in verblijfs- en
werkruimten voor verwarmen en koelen zijn:
Verwarmen overdag:
Precomfort = 19 °C,
Comfort = 20...22 °C.
Koelen overdag:
Precomfort = 28 °C,
Comfort = 22...24 °C.
Verwarmen ‘s nachts: Economy = 14...18 °C. Let hierbij
op koudegevoelige objecten, zoals planten!
Koelen ‘s nachts: Economy = 29...31 °C.
· Plaats voor ventilatie inblaas- of afzuigroosters geen
gordijnen, meubels, enz. Zij verstoren de luchtcirculatie en
kunnen tot koude- en tochtklachten leiden.
· Gesloten luiken en zonwering beperken warmteverlies
· Tijdig bedienen van jalouzieën en zonwering in de zomer
voorkomt binnendringen van zonlicht en bespaart
koelenergie
· Laat regelmatig luchtfilters controleren en zonodig
vervangen
Is in uw installatie een ruimteapparaat met temperatuur- en
evt. vochtopnemer geplaatst, dan mag dit niet aan storende
temperatuur- en vochtinvloeden worden blootgesteld, omdat
daardoor de regelfunctie wordt beïnvloed. Voor de plaats
van de opnemer geldt dus:
· Voorkom tocht door openstaande deuren
· Voorkom warmte afkomstig van mensen, machines en
verlichting
· Zorg er voor dat er geen gordijnen, meubels of andere
objecten voor de temperatuur- en vochtopnemers worden
geplaatst
Energiebesparing ontziet onze naturuurlijke bronnen en draagt bij aan milieubescherming!
ã
Siemens Switzerland Ltd, 2003
Subject to change