User Manual
10/22 24.04.2009 CE1G2217xx Siemens / Building Technologies / HVAC Products
8 Notas
• REA23M es un controlador electrónico de temperatura
con programación semanal.
• El controlador está conforme con “Software Class A” y
se utiliza en situaciones de polución “normal” .
• Si la habitación de referencia está equipada con
válvulas termostáticas de radiador, éstas deben estar
en posición totalmente abierta
• El contacto para mando remoto T1 / T2 debe cablearse
por separado utilizando un cable apantallado
independiente
• Garantizar que se cumplen las normas locales para
instalaciones eléctricas
• El REA23M sólo puede utilizarse con una caldera
compatible con OpenTherm Plus
Inbedrijfstelling
1 Montage
Het apparaat van de sokkel afnemen, handelen volgens
afb. A. Zie voor montage afb. B en C, zie ook de
aanwijzingen voor montage.
2 Bedrading controleren
Een mogelijke aansluiting is weergegeven in hoofdstuk
"Aansluitschema’s", echter bij veel ketels kan L en L1
rechtstreeks op de thermostaatklemmen van de ketel
worden aangesloten. Zie ook afb. D en E.
Aanwijzing: geen gevlochten draad gebruiken, alleen
massief draad of gevlochten draad met adereindhulzen.
3 Isolatiestrook verwijderen
Zodra de zwarte isolatiestrook van het batterijcontact wordt
verwijderd, is het apparaat in bedrijf. Zie ook afb. F.
Als er geen weergave verschijnt, moete de inbouw en
functie van de batterijen worden gecontroleerd.
4 Configuratie
4.1 Toegang tot het installateursniveau
Door het gelijktijdig indrukken van de verwarmings- en
koeltoets en het draaiknop eerst tegen klokrichting in,
daarna met klokrichting meedraaien, wordt het
installateusniveau weergegeven. Zie ook afb. H.
4.2 Diverse functies
4.2.1 Opnemer kalibreren
Na het activeren van het installateursniveau, knippert het
symbool CAL. Door drukken op de OK knop knippert de
actueel gemeten temperatuur en deze kan nu door
draaiknop met ± 2 °C opnieuw worden gecalibreerd. De
waarde opslaan met een druk op de OK knop.
(zie ook afbeelding
).
4.2.2 Begrenzing van de gewenste waarde
2 Instelmogelijkheden
of
Op het installateursniveau kan men het knipperende CAL-
symbool met een draaibeweging in klokrichting de display
overschakelen naar het begrenzingssymbool voor de
gewenste waarde (zie ook afbeelding
).
Bevestigen door in te drukken OK toets 5...29 °C knippert
(fabrieks-instelling). Door in te drukken bevestigen of met
een draaibeweging in klokrichting de instelling 16...29 °C
knippert.
Door in te drukken OK toets bevestigen.
4.2.3 Inschakeloptimalisering
Op het installateusniveau kan men van het knipperende
CAL- symbool met een draaibeweging in klokrichting
overschakelen naar de optimaliseringssymbolen voor het
inschakelen
(zie ook afbeelding
en ).
Door drukken op de OK toets accepteren,
(fabrieksinstelling) knippert, Optimalisering is
uitgeschakeld. Door drukken op de OK toets accepteren of
met een volgende draaibeweging in klokrichting
optimalisering van ¼ h/°C, ½ h/°C of 1 h/°C kiezen.
Telkens accepteren d.m.v. drukken op OK toets.
4.2.4 Regelgedrag
Op het installateursniveau kan men van het knipperende
CAL-symbool met verschillende draaibeweging in
klokrichting overschakelen naar de symbolen van
verschillende regelalgoritmen (zie ook afbeelding
).
Door drukken op de OK toets accepteren.
knippert.
Door drukken op de OK toets accepteren of met iedere
verdere draaibeweging in klokrichting het volgende
regelgedrag kiezen:
, PID 6, PID 12 of . Gewenste regelgedrag door
drukken op de OK toets accepteren. Zie hierna voor de
bevestiging van het regelgedrag (zie ook afbeelding
).
Zelflerend
Adaptieve regeling: voor alle toepassingen
(fabrieksinstelling).
PID 12 Normaal regeltraject:
voor toepassing op plaatsen met normale
temperatuurschommelingen.
PID 6 Snel regeltraject:
voor toepassingen op plaatsen met grote
temperatuurschommelingen.
Moeilijk regeltraject:
zuivere tweepuntsregeltraject met 0,5 °C
schakeldifferentie.
4.2.5 Bewakingsbedrijf
Met de bedrijfskeuzeschakelaar op het symbool
schakelen (zie ook afbeelding
).
Aanpassen van de standaard waarde (vorstbescherming =
5 °C; oververhittingsbescherming = 35 °C) geschiedt in het
temperaturmenu T bij gewenste waarde
(zie ook
bedienigshandleiding).
5 Apparaat weer op de sokkel schuiven
Handelen volgens afbeelding G.