User Manual
CE1B3074nl / 28.07.2003 Wijzigingen voorbehouden Siemens Building Technologies / HVAC Products
Inbedrijfstelling (voor installateur)
Parameter
Instelbereik
In de regelaar zijn af
fabriek de volgende
waarden ingesteld:
Gebruikersinstellingen
(s.v.p. alles vastleggen)
P01
Gew. waarde verwarmen in het energiebesparend bedrijf (bedrijfswijze-omschakelcontact
UIT, 8…18 °C in stappen van 0,5 K
16 °C
P02
Gew. waarde koelen in het energiebesparend bedrijf (bedrijfswijze-omschakelcontact geactiveerd)
UIT, 24…35 °C in stappen van 0,5 K
28 °C
P03
Minimale begrenzing van de gewenste waarde in het normaal bedrijf 8… 20 °C in stappen van 1 K 8 °C
P04
Maximale begrenzing van de gewenste waarde in het normaal bedrijf 21…35 °C in stappen van 1 K 35 °C
P05
Minimale uitschakeltijd van de uitgangen Y14, Y24 (warmtepomp) 1...10 minuten (stappen van 1 min) 3 min.
P06
Minimale inschakeltijd van de uitgangen Y14, Y24 (warmtepomp) 1...10 minuten (stappen van 1 min) 1 min.
P07
Minimale inschakeltijd van de aanvullende verwarming 1...10 minuten (in stappen van 1 min) 1 min.
P08
Ventilator-nadraaitijd (na uitschakelen van de aanvullende verwarming) 30...300 seconden (in stappen van 10 sec) 30 sec.
P09
Opnemercompensatie -3…+3 K in stappen van 0,5 K 0 K
P10
P-band verwarmingsbedrijf 0.5…+4 K in stappen van 0,5 K 2 K
P11
P-band koelbedrijf 0.5…+4 K in stappen van 0,5 K 1 K
P12
Verschil in gewenste waarde tussen verwarmingsbedrijf en verwarmingsbedrijf met aanv.
i
0.5…+5 K in stappen van 0,5 K 2 K
P13
Actuele ruimtetemperatuurwaarde (geen instelling, alleen weergave) 0…49 °C -
P14
Actieve temperatuuropnemer (geen instelling, alleen weergave)
1: ruimtetemperatuuropnemer actief
2: retourluchttemperatuuropnemer actief
-
Veranderen van de regelparameters
Voor de optimalisering van het regelgedrag kunnen enige parameters worden ingesteld. Dit is ook later,
tijdens bedrijf, mogelijk zonder het apparaat te openen.
Wilt u de regelparameters van de gewenste waarde voor verwarmen en/of koelen in het
energiebesparend bedrijf veranderen? De schakeldifferentie in het verwarmings- en koelbedrijf of de
dode zone verkleinen / vergroten?
Dan gaat u als volgt te werk:
(Zie boven onder Inbedrijfstelling voor de basisinstellingen)
Opnemercompensatie
Als de weergegeven temperatuurr niet met de effectief gemeten ruimtetemperatuur overeenstemt, dan
kan de temperatuuropnemer opnieuw geijkt worden. Daarvoor moet P09 worden veranderd.
Ga te werk als in de sectie „Veranderen van de regelparameters" en kies met stap 1 tot 3 de
parameter P09. Met stap 4 kan nu de door de opnemer aangegegeven temperatuur met + of –
met 0,5 °K per toetsdruk tot max. +/- 3 °K bij de effectieve ruimtetemperatuur in de buurt
worden gebracht. Stap 6 slaat de compensatie automatisch 10 seconden na de laatste invoer
op.
DIP-schakelaar-instelling
DIP
schake-
laar
Functie Positie AAN
(fabrieksinstelling)
Positie UIT
1 Werkrichting AAN / UIT
Afstandsschakelaar
Omschakeling geactiveerd bij
gesloten contact
Omschakeling
geactiveerd bij geopend
contact
2 Aanvullende
verwarming
Geen aanvullende verwarming
aangesloten
Aanvullende verwarming
aangesloten
3 Temperatuurweergave Ruimtetemperatuur
Gewenste
temperatuurwaarde
1. Normaal bedrijf /
2. Drukt u de toetsen + en – gelijktijdig gedurende min. 3 en max. 5 seconden in.
Binnen 2 seconden na het loslaten en nogmaals indrukken van de toets + gedurende
3 seconden verschijnt „P01“ op de weergave.
3. Kies de gewenste parameter door herhaaldelijk indrukken van de toetsen + of -:
4. Druk gelijktijdig de toetsen + en -. Nu verschijnt de actuele waarde van de
geselecteerde parameter. Deze kan door herhaald indrukken van de toetsen + of –
worden veranderd.
5. Door nogmaals gelijktijdig indrukken van de toetsen + en – of 5 sec na de laatste
toetsdruk wordt de laatste parameter weer weergegeven
6. Door herhaling van de stappen 3 tot 5 kunnen andere parameters worden
weergegeven en veranderd.
7. 10 seconden na de laatste weergave of instelling worden alle veranderingen
opgeslagen en de regelaar keert terug naar de ingestelde bedrijfswijze.