User Manual
s
nl
Bedieningshandleiding
Ultrasone warmte- en koudemeter 2WR6..
CE2B5378xx
15.05.2015
Vertaling van het
origineel
2WR6..
Siemens Building Technologies CE2B5378xx 15.05.2015 13
Opmerking: Deze bedieningshandleiding blijft na de inbedrijfname bij de eindgebruiker.
Opmerking: In de volgende tekst staat het begrip
"meter" zowel voor de warmtemeter alsook voor de
koudemeter, indien er niet een andere omschrijving
wordt gegeven.
1. Algemeen
1.1 Gebruik
De meter 2WR6.. dient voor het meten van de verbruikte
warmte of koude in verwarming technische installaties.
De meter bestaat uit twee temperatuurvoelers en een
rekenmodule, die het energieverbruik berekent uit het volume
en het temperatuurverschil.
Opmerking
: De meter kan zonder het breken van de
verzegeling niet geopend worden.
1.2 Algemene opmerkingen
De meter heeft de fabriek, wat betreft de veiligheid technische
aspecten, in perfecte staat verlaten. Overige technische
ondersteuning verleent de fabrikant op aanvraag.
Veiligheidstekens die betrekking hebben op het ijken van de
meter, mogen niet beschadigd raken of verwijderd worden.
Anders vervalt de garantie en de geldigheid van de ijking van
de meter.
• Bewaar de verpakking, zodat u na het verstrijken van de
geldigheid van de ijking de meter in de originele verpakking
kun vervoeren.
• Leg alle kabels aan met een minimale afstand van 500 mm
tot de stroomkabels en hoge frequentie-kabels.
• Een relatieve vochtigheidsgraad van <93% bij 25 °C is
toegestaan (zonder condens).
• Vermijd in het hele systeem cavitatie door overdruk, d.w.z.
minstens 1 bar bij qp en ca. 3 bar bij qs (dit geldt bij ca.
80 °C).
• Bij een warmtemeter of gecombineerde warmte-
/koudemeter komt de montageplaats aan de koude zijde
overeen met de retourloop en de montageplaats
aan de warme zijde overeen met de voorloop (flow) .
• Bij een Koudemeter komt de montageplaats aan de
warme zijde overeen met de retourloop en de
montageplaats aan de koude zijde overeen met de
voorloop (flow) .
2. Veiligheidsvoorschriften
De meters mogen uitsluitend in gebouw technische
installaties en uitsluitend voor de beschreven
toepassingen worden gebruikt.
De meter is volgens de richtlijnen van de
omgevingsklassen M1+E1 ontworpen en dient
conform deze voorschriften te worden gemonteerd.
De plaatselijke voorschriften (installaties, enz.)
dienen nageleefd te worden.
Neem bij gebruik de bedrijfsbepalingen volgens het
typeplaatje in acht. Het niet naleven van deze regels
kan gevaar veroorzaken en de garantie ongeldig
maken.
De meter is uitsluitend voor gerecycleerd water van
verwarming technische installaties geschikt.
Neem de eisen inzake gerecycleerd water in de
AGFW (FW510) in acht.
Drinkwater is niet geschikt voor de meter.
Til de meter niet aan de rekenmachine op.
Let op scherpe randen aan de schroefdraad, de flens
en de meetbuis.
Alleen personeel dat is opgeleid voor het installeren
en bedienen van meters in verwarmings-
/koeltechnische installaties mag de meter monteren
en demonteren.
Meter alleen bij een drukloze installatie monteren of
demonteren.
Na montage van de meter het systeem op dichtheid
controleren.
De garantie en de geldigheid van de ijking worden
ongeldig bij het breken van de ijkrelevante
verzegelingen.
Reinig de meter uitsluitend aan de buitenkant met
een zachte, licht vochtige doek. Gebruik geen spiritus
en geen reinigingsmiddelen.
Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU (WEEE)
geldt de meter voor verwijdering als afgedankte
elektronische apparatuur en mag niet als
huishoudelijk afval worden afgevoerd.
- Voer de meter via de daarvoor bestemde
kanalen af.
- Neem de lokale en actueel geldende wetgeving
in acht.
- Lever lege batterijen bij de daarvoor bestemde
inzamelpunten in.
De meter bevat Li-batterijen. Gooi de meter en de
batterijen niet met het huisvuil weg. Houd de lokale
bepalingen en wetten voor afvalverwijdering in acht.
U kunt de Li-batterijen na gebruik voor een
vakkundige verwijdering aan de fabrikant
retourneren. Houd bij de verzending de wettelijke
voorschriften in acht, die o.a. de declaratie en de
verpakking van gevaarlijke goederen regelen.
Open de batterijen niet. Laat de batterijen niet met
water in contact komen en gebruik ze niet bij
temperaturen hoger dan 80 °C.
De meter heeft geen bliksemafleiding. Zorg voor
bliksemafleiding via de huisinstallatie.