Operation Manual

15
Foutmeldingen
Wanneer op het display een foutmelding met
verschijnt, drukt
u op de toets
0. Stel vervolgens de tijd opnieuw in. Neem
contact op met de klantenservice wanneer de foutmelding weer
verschijnt.
Bij enkele foutmeldingen kunt u zelf voor een oplossing zorgen.
Ovenlamp vervangen
U kunt de ovenlamp vervangen. Temperatuurbestendige
halogeenlampen, 12 W, 20 V, kunt u krijgen bij de
klantenservice of uw speciaalzaak.
ã=Kans op een elektrische schok!
De ovenlamp nooit vervangen wanneer het apparaat
ingeschakeld is. Haal de netstekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Aanwijzing: Neem de nieuwe halogeenlamp altijd met een
droge doek uit de verpakking. Hierdoor wordt de levensduur
van de lamp verlengd.
Zo gaat u te werk
1.Zekering in de meterkast uitschakelen.
2.Theedoek in de onverwarmde oven leggen, om schade te
voorkomen.
3.Glazen afscherming verwijderen. Daarvoor de glazen
afscherming met de hand van onderaf openen
Kan de glazen afscherming moeilijk worden verwijderd,
gebruik er dan een lepel bij. (Afbeelding A)
4.Lamp eruit halen en door hetzelfde type lamp vervangen.
(Afbeelding B)
5.De glazen afscherming weer aanbrengen. (Afbeelding C)
6.Droogdoek verwijderen. Zekering in de meterkast weer
inschakelen of de netstekker in het stopcontact steken.
Deurdichting vervangen
Is de deurdichting defect, dan moet deze worden vervangen.
Vervangende dichtingen zijn verkrijgbaar bij de klantenservice.
Vermeld a.u.b. het Enummer en het FDnummer van uw
apparaat.
De oven warmt niet op. De dubbele
punt op het display knippert.
De oven bevindt zich in de
demonstratiemodus.
De zekering in de meterkast uitschakelen en
na ca. 20 seconden weer inschakelen. Nu
binnen ca. 2 minuten de toets
@ ca. 4
seconden lang indrukken tot de dubbele
punt constant verlicht is.
Op het display verschijnt F8. De automatische uitschakeling is geactiveerd. Draai de functiekeuzeknop op de nulstand.
De magnetron wordt niet
ingeschakeld.
De deur is niet helemaal gesloten. Controleer of resten van een gerecht of een
voorwerp tussen de deur klem zitten. Zorg
ervoor dat de dichtingsvlakken schoon zijn.
Controleer of de deurdichting gedraaid zit.
De magnetron is niet gestart.
De toets
indrukken.
Het apparaat warmt niet op de
ingestelde temperatuur op.
De toets
is niet ingedrukt. De toets indrukken.
De magnetronfunctie wordt zonder
duidelijke reden afgebroken.
De magnetron heeft een storing. Treedt deze fout vaker op, neem dan
contact op met de servicedienst. De
ovenfunctie zonder magnetron is mogelijk.
Bij de magnetronfunctie worden de
gerechten langzamer warm dan
gewoonlijk.
Te klein magnetronvermogen ingesteld. Hoger vermogen kiezen.
Er is een grotere hoeveelheid dan gebruikelijk
in het apparaat gedaan.
Dubbele hoeveelheid bijna dubbele
tijdsduur.
De gerechten zijn kouder dan gewoonlijk. De gerechten tussentijds omroeren of keren.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing / aanwijzing
Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing / aanwijzing
Op het klokdisplay verschijnt de
foutmelding “E101" of “E104".
De temperatuursensor is uitgevallen. Neem contact op met de klantenservice.
De magnetronfunctie solo is mogelijk.
Op het klokdisplay verschijnt de
foutmelding “E010", “E310", “E009"
of “E309".
Technisch defect. Neem contact op met de klantenservice.
$
%
&