Operation Manual

8
U kunt altijd een andere functie kiezen.
Hoe u instelt, kunt u in de afzonderlijke hoofdstukken nalezen.
Uitschakelen
De toets indrukken. De oven gaat uit, de tijd verschijnt op het
display.
Oven instellen
In dit hoofdstuk kunt u nalezen
welke verwarmingsmethoden er voor uw oven ter
beschikking staan
hoe u een verwarmingsmethode en temperatuur instelt
hoe u een gerecht uit het insteladvies kiest
en hoe u het snel voorverwarmen instelt.
Verwarmingsmethoden
Voor uw oven staat een groot aantal verwarmingsmethoden ter
beschikking. Zo kunt u voor elk gerecht de optimale
bereidingswijze kiezen.
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Het voorbeeld in de afbeelding: instelling voor % boven- en
onderwarmte, 240 °C.
De toets
" indrukken.
Op het display wordt
: 3D-hetelucht, 160 °C voorgesteld. U
kunt deze instelling direct met de toets
starten.
Wilt u een andere verwarmingsmethode en temperatuur
instellen, ga dan als volgt te werk:
1.Met de draaiknop de gewenste verwarmingsmethode
instellen.
2.Met de toets ¿ naar de temperatuur gaan en met de
draaiknop de temperatuur instellen.
3.De toets indrukken.
De werking start. In de statusregel verschijnen de
verwarmingsbalken van de temperatuurcontrole.
4.Wanneer het gerecht klaar is, de oven met de toets
uitschakelen of opnieuw een functie kiezen en instellen.
Temperatuur of grillstand wijzigen
Dit is altijd mogelijk. Met de draaiknop de temperatuur of
grillstand wijzigen.
Ovendeur tussentijds openen
De werking wordt onderbroken.
knippert. Na het sluiten van
de ovendeur opnieuw op de toets
drukken. De functie wordt
voortgezet.
Werking onderbreken
De toets
indrukken. De oven bevindt zich in de
pauzetoestand,
knippert. Opnieuw op de toets drukken,
de werking wordt voortgezet.
Verwarmingsmethode
en temperatuurbereik
Toepassing
:
3D-hetelucht
30-250 °C
Voor het bakken van taart en klein
gebak op twee niveaus.
3
Hete lucht
30-250 °C
Voor het bakken van cake in vormen
op één niveau.
%
Boven- en onder-
warmte
30-300 °C
Voor het bakken en braden op één
niveau. Bijzonder geschikt voor taar-
ten met een vochtige bedekking
(bijv. kwarktaarten) en voor plaatge-
bak
-
hydrobakken
30-300 °C
Voor gistgebak, bijv. , brood, brood-
jes of gistbrood en voor branddeeg-
gebak, bijv. soesjes.
De hitte komt gelijkmatig van boven
en van beneden. De vochtigheid die
afkomstig is van de levensmiddelen
blijft als waterdamp in de binnen-
ruimte.
&
Intensieve warmte
100-300 °C
Voor gerechten met een knapperige
bodem (bijv. quiche). De hitte komt
van boven en bijzonder sterk van
beneden.
$
Onderwarmte
30-200 °C
Voor gerechten en bakwaren die aan
de onderkant sterker gebruind of kro-
kant moeten worden. Schakel de
onderwarmte na afloop van de baktijd
slechts even bij.
4
Circulatiegrillen
100-250 °C
Voor gevogelte en grotere stukken
vlees.
(
Grill, groot
1 (zwak),
2 (gemiddeld),
3 (sterk)
Voor het grillen van grote hoeveelhe-
den steaks, worstjes, toast of stukjes
vis.
*
Grill, klein
1 (zwak),
2 (gemiddeld),
3 (sterk)
Voor het grillen van kleine hoeveelhe-
den steaks, worstjes, toast of stukjes
vis.
.
Langzaam garen
70-100 °C
Voor malse stukken vlees die
medium/rosé of à point (medium)
gegaard moeten worden.
ˆ
Voorverwarmen
30-70 °C
Voor het voorverwarmen van porselei-
nen servies.
R
Warmhouden
60-100 °C
Voor het warmhouden van gerechten.
Verwarmingsmethode
en temperatuurbereik
Toepassing
 
&

9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
%RYHQHQ
RQGHUZDUPWH
 
&

9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
%RYHQHQ
RQGHUZDUPWH
9RRUYHUZDUPHQ

&
%RYHQHQ
RQGHUZDUPWH