Operation Manual

6
Toetsen en indicatie
Met de toetsen stelt u de verschillende extra functies in. Op het
display kunt u de ingestelde waarden aflezen.
Welke tijdfunctie op het display op de voorgrond staat, ziet u
aan de pijl
N voor het betreffende symbool. Uitzondering: bij de
tijd is het symbool
0 alleen verlicht wanneer u wijzigingen
aanbrengt.
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode in.
Wanneer u instelt, brandt het indicatielampje boven de
functiekeuzeknop. De ovenlamp in de binnenruimte gaat aan.
Temperatuurkeuzeknop
Met de temperatuurkeuzeknop stelt u de temperatuur of de
grillstand in.
Wanneer de oven in gebruik is, brandt het indicatielampje
boven de temperatuurkeuzeknop. In de verwarmingspauzes
gaat het uit. Bij de verwarmingsmethode Ontdooien
A brandt
de lamp niet.
Binnenruimte
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een
koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting.
Ovenlamp
Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte.
Met de stand
\ van de functiekeuzeknop kunt u de lamp
inschakelen zonder verwarming.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De
warme lucht ontsnapt via de deur. Let op! De ventilatiesleuven
niet afdekken. Anders raakt de oven oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Toets Gebruik
0
Tijdfuncties
Kookwekker
V, Tijdsduur x,
Eindtijd
y en Tijd 0 kiezen.
A
@
Min
Plus
Instelwaarden verlagen.
Instelwaarden verhogen.
h
Snelvoorverwarming De oven bijzonder snel voorver-
warmen
Kinderslot Bedieningspaneel blokkeren en
deblokkeren.
Stand Gebruik
Û
Nulstand De oven is uitgeschakeld.
:
3D-hetelucht* Voor taart en gebak op één tot
drie niveaus. De ventilator ver-
deelt de warmte van het ronde ver-
warmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de oven.
%
Boven- en onder-
warmte
Voor taart en gebak, ovenschotels
en magere braadstukken, bijv.
rund of wild, op één niveau. De
hitte komt gelijkmatig van boven
en van beneden.
;
Pizzastand Snelle bereiding van diepvriespro-
ducten zonder voorverwarmen,
bijv. pizza's, frites of strudel. Het
onderste verwarmingselement en
het ronde verwarmingselement
aan de achterwand zijn ingescha-
keld.
4
Circulatiegrillen Braden van vlees, gevogelte en
hele vis. Het grillelement en de
ventilator worden afwisselend in-
en uitgeschakeld. De ventilator
wervelt de hete lucht rond het
gerecht.
(
Grill, groot Grillen van steaks, worstjes, toast
en stukjes vis. Het gehele vlak
onder het grillelement wordt heet.
*
Grill, klein Grillen van kleine hoeveelheden
steaks, worstjes, toast en stukjes
vis. Het middelste deel van het gril-
lelement wordt heet.
$
Onderwarmte Inkoken en nabakken of narooste-
ren. De hitte komt van onderen.
A
Ontdooien Ontdooien van bijv. vlees, gevo-
gelte, brood en gebak. De ventila-
tor wervelt de warme lucht rond
het gerecht.
^
Ovenlamp Ovenlamp inschakelen.
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse
overeenkomt met EN50304.
Stand Betekenis
Ú
Nulstand De oven warmt niet op.
50-270 Temperatuurbe-
reik
De temperatuur in de binnen-
ruimte in °C.
û, ûû, ûûû
Grillstanden
De grillstanden voor grill, klein
*
en groot
(.
û = stand 1, zwak
ûû = stand 2, gemiddeld
ûûû = stand 3, sterk