Operation Manual
Gi
gaset
DA
710
/
n
l
/
A
30350-
M
213-
M
101-2-5419
/
te
l
ep
h
ony.
f
m
/
19.07.2012
nl 9
1110-01
Luidspreker instellen
U kunt het volume op zeven niveaus instellen.
E / D Met harder-/zachter-toetsen het volume instellen.
Op het display wordt het ingestelde volume weergegeven.
Microfoon uitschakelen
Afhankelijk van de instelling van de functie Microfoon uit (£ pagina 12)
kunt u de microfoon of hoorn en microfoon van de telefoon tijdens een
gesprek uitschakelen:
C Toets Microfoon uit indrukken om de functie in of uit te
schakelen.
Terwijl de microfoon uitgeschakeld is, kan een ringtone worden weerge-
geven.
De uitgeschakelde microfoon wordt op het display aangegeven met het
symbool
m.
Belsignaal en -volume
Terwijl de telefoon overgaat, kunt u het volume en het belsignaal veran-
deren.
E / D Met de harder-/zachter-toetsen het volume van het bel-
signaal instellen (5 niveaus, 0=uit).
Q .. O Met de cijfertoetsen het belsignaal selecteren (10 moge-
lijkheden).
Contacten, lijsten en naamtoetsen
gebruiken
Voor het opslaan van uw contactpersonen en inkomende en uitgaande
oproepen beschikt uw telefoon over de volgende mogelijkheden:
u Contacten met maximaal 100 vermeldingen
u Oproeplijst met de laatste 50 inkomende oproepen
u Nummerherhalingslijst met de laatste 5 uitgaande oproepen
u Naamtoetsen voor 16 belangrijke telefoonnummers.
Contacten
Uw Gigaset DA710 beschikt over de functie Contacten waarmee u maxi-
maal 100 contactpersonen kunt opslaan. Voor elke contactpersoon kunt
u telkens 32 cijfers voor het telefoonnummer en 16 tekens voor de naam
opslaan.
Via het Contacten kunt u een oproep tot stand brengen (
£ pagina 7),
nieuwe contactpersonen aanmaken (
£ pagina 9) alsmede contactper-
sonen beheren en wijzigen.
U kunt telefoonnummers en namen handmatig invoeren of overnemen
uit de oproeplijst (
£ pagina 10). Bovendien kunt u aan een telefoon-
nummer de VIP-mode toewijzen.
Als Contacten is geopend, wordt het symbool
Z in het display weerge-
geven. Bovendien wordt op het display het nummer van het contactper-
soon weergegeven (01.. 99; voor 100 wordt 00 weergegeven).
Telefoonboek openen
In de ruststand:
Z Navigatietoets s indrukken.
of
M ¢ Contacten
Contactpersoon zoeken
q Contactpersoon selecteren.
Boven- of onderkant van de toets lang indrukken om snel
door de lijst te bladeren.
of
~ Letter invoeren (£ pagina 5). De eerste contactpersoon
met deze letter wordt weergegeven.
Telefoonnummer opslaan
M ¢ Contacten
De eerste vermelding in de lijst wordt weergegeven.
t Nieuwe invoer selecteren en met [ bevestigen.
~ Telefoonnummer invoeren en met [ bevestigen.
~ Naam invoeren en met [ bevestigen.
In het display verschijnt de melding Naar Contacten?
Of: opslaan in Contacten
[ Opslaan van de contactpersoon in de Contacten bevesti-
gen.
q VIP-mode selecteren (Aan / Uit) en met [ bevestigen.
Of: onder een naamtoets opslaan
B / L B
Gewenste naamtoets indrukken.
In het display verschijnt de melding Opgeslagen.
Invoer wissen / Alles wissen
M ¢ Contacten
De eerste vermelding in de lijst wordt weergegeven.
q Vermelding selecteren en met [ het contextmenu ope-
nen.
q Invoer wissen of Alles wissen selecteren en met [
bevestigen.
[ Navigatietoets indrukken om de actie op te slaan.
Invoer wijzigen
M ¢ Contacten
De eerste vermelding in de lijst wordt weergegeven.
q Vermelding selecteren en met [ het contextmenu ope-
nen.
q Invoer wijzigen selecteren en met [ bevestigen.
~ Telefoonnummer wijzigen en met [ bevestigen.
~ Naam wijzigen en met [ bevestigen.
In het display verschijnt de melding Naar Contacten?
Let op
Als u op
* drukt, wordt de contactpersoon gemarkeerd als VIP-
vermelding of wordt de markering juist verwijderd.
Let op
U kunt een contactpersoon eerst in Contacten opslaan en vervolgens
onder een naamtoets.










