Operation Manual

Individuele instellingen op de handset Gigaset 2000 Comfort
47
kap10.fm5
18.7.99
Gigaset 2010 Comfort, NDL : A30852-X1100-K327-2-5419
Belsignaal instellen
U kunt op uw handset instellen, op welke wijze binnenko-
mende oproepen moeten worden gesignaleerd. In het
menu „Oproepsignaal“ kunt u het volume en het ritme
van het belsignaal instellen.
Belvolume handset instellen
U kunt het volume instellen waarmee het belsignaal op de
handset klinkt. U kunt kiezen uit zeven niveaus voor het
volume van het belsignaal:
Bij levering is niveau 6 (hard) ingesteld).
(
t
betekent: bladeren met
u
,
bevestigen met
x
)
Z
OK
Toonritme handset instellen
U kunt het toonritme instellen waarmee belsignalen op de
handset worden gesignaleerd. U kunt kiezen uit zes
niveaus. Bij levering is niveau 1 ingesteld.
(
t
betekent: bladeren met
u
,
bevestigen met
x
)
Z
OK
Niveau 0 ... niveau 6 = Volume belsignaal uit ... hard
.
t
Instellingen
t
Oproepsignaal
t
Volume opr.sign.
:
u
of
u
Volume belsignaal wijzigen.
x
of
x
Instelling opslaan of functie ongewijzigd laten.
Wanneer u het belsignaal uitschakelt (niveau 0), ver-
schijnt op het display het symbool .
(Voorbeeld: belsignaal-
volume 3 is ingesteld)
Vol. opr.sig.: 3
<
>
{
OK
<
>
OK
{
Bij gebruik van meerdere handsets in één
ruimte zijn belsignalen beter herkenbaar als voor
elk van de handsets een eigen toonritme voor
het belsignaal ingesteld is.
.
t
Instellingen
t
Oproepsignaal
t
Toon oproepsign.
:
u
of
u
Ritme van het belsignaal wijzigen.
(Voorbeeld: ritmeniveau 4 is
ingesteld)
Toon opr.sig.: 4
<
>
{
OK
<
>