Operation Manual

Individuele instellingen van het basisstation
45
kap09a.fm5
18.7.99
Gigaset 2010 Comfort, NDL : A30852-X1100-K327-2-5419
Melodie voor de wachtstand uit-/inschakelen
Als u verbinding hebt met een externe gesprekspartner
en intern ruggespraak voert of de microfoon heeft uitge-
schakeld, hoort de externe gesprekspartner een melodie.
Bij levering is de melodie ingeschakeld.
(
t
betekent: bladeren met
u
,
bevestigen met
x
)
Z
OK
Toonritme van het belsignaal van het basisstation instellen
U kunt het toonritme instellen waarmee het belsignaal op
het basisstation wordt gesignaleerd. U kunt kiezen uit zes
niveaus. Bij levering is niveau 1 ingesteld.
(
t
betekent: bladeren met
u
,
bevestigen met
x
)
Z
OK
.
t
Service Menu-optie oproepen.
#1
Start de procedure.
o
Voer de 4-cijferige systeemcode in (bij levering “0000“)
(pagina 37).
u
411x
Na het invoeren van het eerste twee cijfers wordt de ac-
tuele instelling weergegeven: 41 1 = ingeschakeld, 41 0
= uitgeschakeld. Door het volgende cijfer in te voeren
1
wordt de meldie ingeschakeld (instelling bij levering)
of
u
41@x
Melodie voor de wachtstand uitschakelen.
NR.HER.
SET
NR.HER.
SET
Als u het toonritme van het belsignaal wilt
instellen, moet het belsignaal op het basis-
station ingeschakeld zijn.
Belsignalen zijn beter herkenbaar als voor het
basisstation en de handsets ieder een eigen
toonritme voor het belsignaal ingesteld is. Het
toonritme van het belsignaal op de handset kan
ook worden ingesteld (pagina 47).
.
t
Service Menu-optie oproepen.
#:6
Start de procedure. Het ingestelde belsignaal klinkt. Het
ingestelde toonritme wordt weergegeven:
:
o
u
Voer het cijfer voor het gewenste toonritme van het bel-
signaal in (1 t/m 6) en sla dit op.
(
Voorbeeld: toonritme 1 is
ingesteld)
*6 1 SET
SET
NR.HER
SET