Operation Manual

39
Het apparaat wordt heet. Nooit
brandbare voorwerpen of
spuitbussen bewaren in laden
direct onder de kookplaat.
Risi co van bran d!
De kookplaat schakelt vanzelf uit
en kan niet meer worden bediend.
Hij kan later per ongeluk worden
ingeschakeld. Zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
Risico van verbranding!
De kookzones en de omgeving
ervan worden zeer heet. Raak de
hete oppervlakken nooit aan. Zorg
ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Risi co van verb ra nding!
De kookzone warmt op, maar de
indicatie functioneert niet Zekering
in de meterkast uitschakelen.
Contact opnemen met de
klantenservice.
Risi co van verb ra nding!
Voorwerpen van metaal worden
zeer snel heet op de kookplaat.
Leg nooit voorwerpen van metaal,
zoals messen, vorken, lepels of
deksels, op de kookplaat.
B ran d gev aa r!
Schakel de kookplaat na elk
gebruik altijd uit met de
hoofdschakelaar. Wacht niet tot
de kookplaat automatisch
uitschakelt doordat er geen pan
op staat.
Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn
gevaarlijk. Reparaties en de
vervanging van beschadigde
aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd
door technici die zijn geïnstrueerd
door de klantenservice. Is het
apparaat defect, haal dan de
stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de
meterkast uit. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kans op ee n elektrische sc hok!!
Binnendringend vocht kan een
schok veroorzaken. Geen
hogedrukreiniger of stoomreiniger
gebruiken.
Kans op ee n elektrische sc hok!
Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel
nooit inschakelen. De netstekker
uit het stopcontact halen of de
zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kans op ee n elektrische sc hok!
Scheuren of barsten in het
glaskeramiek kunnen schokken
veroorzaken. Zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
Elektromagnetische gevaren!
Dit apparaat voldoet aan de
reglementeringen inzake de
veiligheid en de
elektromagnetische compatibiliteit.
Personen met een pacemaker of
een geïmplanteerde insulinepomp
mogen echter niet in de buurt
komen van het apparaat om het te
bedienen. Het is onmogelijk om te
garanderen dat 100% van deze
mechanismen die op de markt zijn
voldoen aan de geldige
regelgeving omtrent
elektromagnetische compatibiliteit
en dat er zich geen interferenties
voordoen die de juiste werking in
gevaar brengen. Ook is het
mogelijk dat personen met andere
soorten mechanismen, zoals
hoorapparaten, enige vorm van
hinder kunnen ondervinden.