Operation Manual

nl Toebehoren
12
Toebehoren inschuiven
De binnenruimte heeft drie inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van beneden naar boven
geteld.
De toebehoren altijd inschuiven tussen de beide
geleidestangen van een inschuifhoogte.
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken zonder dat ze kantelen.
Aanwijzingen
Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
Schuif de toebehoren altijd volledig in de
binnenruimte, zodat ze de apparaatdeur niet raken.
Vergrendelingsfunctie
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken, tot ze inklikken. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren
kantelen wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren
dienen op de juiste wijze in de binnenruimte te worden
geschoven, zodat de kantelbeveiliging goed werkt.
Let er bij het inschuiven van het rooster op dat de
ontgrendelnok zich aan de achterkant bevindt en naar
beneden wijst. De open kant moet naar de
apparaatdeur en de kromming naar beneden ¾
wijzen.
Let er bij het inschuiven van platen op dat de
ontgrendelnok zich aan de achterkant bevindt en naar
beneden wijst. De schuine kant van de toebehoren ƒ
moet van voren naar de apparaatdeur wijzen.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
Toebehoren combineren
U kunt het rooster gelijktijdig met de braadslede
inschuiven, om afdruipende vloeistof op te vangen.
Let er bij het plaatsen vanhet rooster op dat beide
afstandhouders op de achterste rand staan. Bij het
inschuiven van de braadslede bevindt het rooster zich
boven de bovenste geleidestang van de inschuifhoogte.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
Kleine stoombakken kunnen alleen met het rooster in
de binnenruimte worden geplaatst.
D
D
D
D
E
D
D
D