Operation Manual
96
Antwoordapparaat direct bedienen
7G_8G_HS_an_ ISDN-Basen / nl / A31008-M1751-X101-2-5419 / answeringm_use.fm / 15.10.2008
Meldtekst en modus selecteren
U kunt voor elk antwoordapparaat de Meldtekst 1, Meldtekst 2 of Afwezigh.melding
inschakelen. Standaard zijn voor deze drie mogelijkheden standaardmeldteksten inge-
steld.
Door een meldtekst te selecteren, bepaalt u ook in welke modus het antwoordapparaat
loopt (pagina 94).
◆ Meldtekst 1, Meldtekst 2: modus Opname.
◆ Afwezigh.melding: modus Meldtekst
In de opnamemodus volgt aan het einde van de opname automatisch een Afsl. meld-
tekst, als u een dergelijke afsluitende tekst heeft opgenomen.
Standaard is Meldtekst 1geselecteerd. Er is geen Afsl. meldtekst .
Meldteksten opnemen/wijzigen
U kunt de volgende meldteksten opnemen: Meldtekst 1, Meldtekst 2, Afwe-
zigh.melding en Afsl. meldtekst.
1
(lang) ¢ antwoordapparaat selecteren (bijvoorbeeld Antwoordapp. 1) ¢ Meldteksten
s Meldtekst 2
Meldtekst selecteren, bijvoorbeeld Meldtekst 2
(‰ = ingesteld).
Í
Displaytoets indrukken om het submenu te openen.
Selecteren
Bevestigen. De eerder ingestelde meldtekst wordt
automatisch uitgeschakeld.
OK
i
Het antwoordapparaat schakelt automatisch van de opnamemodus naar
de tekstmodus als het geheugen vol is. Zodra er weer geheugenruimte
vrij is (bijvoorbeeld omdat u berichten heeft gewist), wordt de modus
Opname opnieuw ingeschakeld.
1 (lang) ¢ antwoordapparaat selecteren (bijvoorbeeld Antwoordapp. 1) ¢ Meldteksten
s Meldtekst 2
Melding selecteren, bijvoorbeeld Meldtekst 2
(‰ = momenteel ingeschakeld).
Í
Displaytoets indrukken om het submenu te openen.
s
Opnemen
Selecteren en bevestigen.
[ RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR]
START
Displaytoets indrukken om de opname te starten.
Meldtekst inspreken.
[ RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR]
STOP
Displaytoets indrukken om de opname te beëin-
digen. De meldtekst wordt ter controle afgespeeld.
OK