User Manual
7
3. Voer de correcte zomertijd in.
4. Druk op
2nd
ENTER
om deze tijd als zomertijd in te stellen.
Op het display verschijnt een “
” ten teken dat de zomertijd nu is
ingesteld.
(2) Wereldklok
1. Druk op
MENU
PREV
PREV
1
en kies “1: CLOCK SETTING”
(1: Instellen klok).
2. Druk op
2
om “2: WORLD CLOCK” (2: Wereldklok) te kiezen.
3. Druk op
2nd
ENTER
.
Op het display verschijnt een “
” ten teken dat de zomertijd nu is
ingesteld. Instellen van een zomertijd voor de wereldklok zet de klok
automatisch een uur vooruit.
• Wanneer u voor een van de steden voor de wereldklok een zomertijd
instelt, zal deze gelden voor alle steden en alle zones voor d wereldklok.
(3) Annuleren van de zomertijd
Volg de stappen 1 t/m 4 voor de lokale klok of de stappen 1 t/m 3 voor de
wereldklok om de ingestelde zomertijd te annuleren.
De aanduiding “
” verdwijnt.
5. Kiezen van de tijdsaanduiding
De aanduiding van de tijd kan worden omgeschakeld van het 12-
uurssysteem (standaardinstelling) naar het 24-uurssysteem.
1. Druk op
MENU
PREV
PREV
2
en kies “2: TIME SYSTEM” (2:
Tijdsysteem).
2. Druk op
1
om “12” (12-
uursaanduiding) te kiezen of druk op
2
om “24” (24-uursaanduiding) te
kiezen.
• Er zal een “ ” teken verschijnen bij de door u geselecteerde instelling,
terwijl u kunt terugkeren naar de oorspronkelijk ingestelde
gebruiksfunctie door op
MENU
te drukken.
<
TIME SYSTEM
>
1: 12
2: 24
6. Kiezen van de datumaanduiding
De manier waarop de datum wordt aangegeven kan worden omgeschakeld
van MONTH/DAY/YEAR (Maand/Dag/Jaar) naar DAY.MONTH.YEAR (Dag.
Maand. Jaar).
1. Druk op
MENU
PREV
PREV
3
om “3: DATE FORMAT” (3:
Datumaanduiding) te kiezen.
2. Druk op
1
of
2
om te kiezen tussen
MONTH/DAY/YEAR (Maand/Dag/Jaar)
of DAY.MONTH.YEAR (Dag. Maand. Jaar).
<
DATE FORMAT
>
2: DAY.MONTH.YEAR
1: MONTH/DAY/YEAR
Opmerking over het opslaan van de gegevens in elke functie
• Als het geheugen vol is, zal de melding “MEMORY FULL” (Geheugen vol)
korte tijd op het display getoond worden en zult u de huidige gegevens niet
kunnen opslaan. Wis eerst gegevens die u niet meer nodig heeft en maak
geheugen vrij om plaats te maken voor nieuwe gegevens. (Zie bladzijde
16, 19).
Telefoon/E-mailfunctie
TEL/MAIL 1
NAME ?
(
TEL MODE
)
TEL/MAIL 2
NAME ?
(
TEL MODE
)
TEL/MAIL 1
NAME ?
(
E–MAIL MODE
)
TEL/MAIL 2
NAME ?
(
E–MAIL MODE
)
앴앶앸
Dezelfde opgeslagen gegevens
TEL
↔
앴앶앸
Dezelfde opgeslagen gegevens
↔
E-MAIL
U kunt toegang krijgen tot gegevens uit de Telefoon/E-mailfunctie door op
TEL
of op
E-MAIL
te drukken. Deze toetsen roepen allebei dezelfde
gegevens op, maar brengen deze gesorteerd op hun eigen volgorde op het
display.
TEL
roept de gegevens op en toont ze in deze volgorde: NAME (naam) →
NUMBER (nummer) → ADDRESS (adres) → E-MAIL, terwijl
E-MAIL
hetzelfde doet, maar in deze volgorde: NAME → E-MAIL → NUMBER →
ADDRESS.