Operation Manual

21
Aansluitingen
De projector aansluiten op andere apparatuur
Vooraleer aan te sluiten, zorg ervoor dat het netsnoer van de projector uit het stopcontact is
gehaald en schakel de apparatuur uit die wordt aangesloten. Nadat alle aansluitingen zijn gemaakt,
schakel de projector en daarna de andere apparatuur in. Bij het aansluiten van een computer, zorg
ervoor dat deze als laatste wordt ingeschakeld nadat alle aansluitingen zijn voltooid.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat de juiste
invoermodus is geselecteerd op de
projector voordat u de aangesloten
apparatuur inschakelt.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
aangesloten apparatuur voor verdere informatie
over aansluiting en kabels.
Het is mogelijk dat u nog andere kabels e.d.
nodig hebt, die hieronder niet staan vermeld.
Aansluitingen op de projector
Apparatuur
Aansluiting op aan te
sluiten apparatuur
Kabel
Aansluitingen op de
projector
Computer
RGB-uitgangsaansluiting
Computer audio-
uitgangsaansluiting
RGB-kabel (meegeleverd)
COMPUTER/
COMPONENT1
Computer audiokabel (ø3,5 mm stereo mini
contactbus, los verkrijgbaar)
RGB-uitgangsaansluiting
Computer audio-
uitgangsaansluiting
Mini D-sub-kabel 15-pins naar 5 BNC (los verkrijgbaar)
COMPUTER/
COMPONENT2
Computer audiokabel (ø3,5 mm stereo mini
contactbus, los verkrijgbaar)
DVI digitale
uitgangsaansluiting
Computer audio-
uitgangsaansluiting
DVI digitale kabel (los verkrijgbaar) DVI-D
Computer audiokabel (ø3,5 mm stereo mini
contactbus, los verkrijgbaar)
Bij gebruik van een ø3,5 mm mono-audiokabel als het volumeniveau de helft zijn vergeleken met het gebruik van een ø3,5 mm. stereo-adiokabel.
Wanneer de projector wordt aangesloten op een compatibele computer die verschilt van een PC (VGA/SVGA/XGA/SXGA/UXGA)
of Macintosh (bijv. Werkstation), is mogelijk een aparte kabel nodig. Neem contact op met uw dealer voor verdere informatie.
Zie pagina 71 “Compatibiliteitstabel” voor een lijst met computersignalen die compatible zijn met de projector. Gebruik
met andere computersignalen dan deze uit de lijst kan mogelijk veroorzaken dat bepaalde functies niet werken.
Het is mogelijk dat voor sommig Macintosh computers een Macintosh adapter nodig is. Neem
contact op met uw dichtstbijzijnde Macintosh dealer.
Afhankelijk van de computer die u gebruikt, wordt een beeld mogelijk niet geprojecteerd, tenzij de
externe uitgangspoort van de computer is ingeschakeld (bijv. de “Fn” en “F5” toetsen gelijktijdig
indrukken bij gebruik van een SHARP notebook computer). Raadpleeg de specifi eke gebruiksaanwijzingen
van de handleiding van uw computer voor het activeren van de externe uitgangspoort van uw computer.
Opmerking