Operation Manual

-19
Installatie
Projectie-instellingen
Er zijn vier projectie-instellingen, zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. Kies de instelling die
het meest geschikt is voor de manier waarop de projector wordt gebruikt. (Het onderdeel Projectie is in het
“SCH-INS” menu. Zie blzadzijde 50.)
Op de tafel, naar voren projecteren Aan het plafond, naar voren projecteren
[Menu-onderdeel “Voor”] [Menu-onderdeel “Plafond+voor”]
Op de tafel, naar achteren projecteren Aan het plafond, naar achteren projecteren
(met een doorzichtig scherm) (met een doorzichtig scherm)
[Menu-onderdeel “Achter”] [Menu-onderdeel “Plafond+achter”]
Relatie tussen de projectiebeeldgrootte en de projectie-afstand
Raadpleeg de “INSTELGIDS” op de meegeleverde CD-ROM voor details.
Voorbeeld: 16:10 Invoersignaal (Normaal modus) voor standaardlens
500"
200"
100"
80"
40"
424"×265"
Projectie-afstand
170"
×
106"
85"
×
53"
68"
×
42"
34"
×
21"
61'7
"
73'11
"
(18,8 m – 22,5 m)
24'8
"–
29'7
"
(7,5 m
9,0 m)
12'4
"–
14'9
"
(3,8 m
4,5 m)
9'10
"–
11'10
"
(3,0 m
3,6 m)
4'11
"–
5'11
"
(1,5 m – 1,8 m)
Beeldgrootte