Operation Manual
NL - 9
Zorg ervoor dat de aan- en afvoerslangen niet klem komen te zitten tijdens de 
plaatsing van de machine. De machine mag ook niet op het stroomsnoer staan. 
Draai de  stelvoeten  van  de  machine  zodat  deze  waterpas  en  stevig  op  de 
vloer staat.  Een juiste plaatsing van de machine betekent ook dat de deur 
probleemloos open en dicht gemaakt kan worden 
Als de deur niet goed sluit, ga dan na of de machine stevig op de vloer staat. Als 
dat niet zo is, verdraai dan de stelvoeten en zorg voor een stabiele plaatsing.
Wateraansluiting
Controleer of  het loodgieterswerk  in huis  geschikt  is voor  de installatie  van 
een  vaatwasmachine.  Wij  bevelen  ook  aan  dat  er  een  filter  aan  het  begin 
van  de  wateraanvoer  bij  het  aftappunt  van  het  huis  of  appartement  wordt 
geplaatst. Dit voorkomt schade ten gevolge van verontreinigingen (zand, klei, 
roest enz.). Deze verontreinigingen kunnen via de hoofdwateraanvoer of het 
loodgieterswerk in huis worden aangevoerd en door middel van het plaatsen 
van een filter worden vergeling en neerslag na het wassen voorkomen. 
Wateraanvoerslang
Gebruik  niet  de  wateraanvoerslang  van  de  oude 
machine,  maar  in  plaats  daarvan  de  meegeleverde 
aanvoerslang.  Indien  u  een  nieuwe  of  een  lange  tijd 
niet gebruikte aanvoerslang aansluit, laat er dan eerst 
een  tijdje water  doorheen lopen  voordat  u  de  slang 
aansluit. Sluit de wateraanvoerslang rechtstreeks aan 
op de  waterkraan.  De  waterdruk moet  minimaal 0,3 
bar zijn en maximaal 10 bar. Als de waterdruk hoger is 
dan 10 bar moet er een overdrukventiel tussen worden 
gemonteerd.
Nadat  de  aansluitingen  zijn  gemaakt  moet  de  kraan  volledig  open  worden 
gedraaid  en  gecontroleerd  worden  op  waterdichtheid.  Draai  na  iedere 
afwasbeurt de waterkraan dicht om schade aan de machine te voorkomen. 
HOOFDSTUK-2: VEILIGHEIDSINFORMATIE EN AANBEVELINGEN










