Operation Manual

42
6
5
Instellen van het
videosysteem
De standaardinstelling voor het videosysteem
is “Auto”; het is echter mogelijk dat u geen
duidelijk beeld kunt ontvangen van de
aangesloten audiovisuele apparatuur omwille
van verschillen in het signaal.
In dat geval wijzigt u het videosignaal.
Beschikbare instellingen
Auto
PAL
SECAM
*NTSC4.43
NTSC3.58
PAL-M
PAL-N
PAL-60
* Bij weergave van NTSC-signalen met
PAL-videoapparatuur.
Het videosignaal kan alleen in de VIDEO
functie worden ingesteld.
WanneerAuto” is ingesteld voor het
“Videosysteem”, is het mogelijk dat u geen
duidelijk beeld kunt ontvangen vanwege
verschillen in het signaal. In dat geval dient u
handmatig over te schakelen naar het
videosysteem van het bronsignaal.
Opmerking
Signaalinstelling (“SIG-INS” menu)
(vervolg)
Menubediening n Blz. 36
6
Video-instelling
Beschikbare
instellingen
Beschrijving
0 IRE Stelt het zwartniveau in op 0 IRE.
7.5 IRE Stelt het zwartniveau in op 7.5 IRE.
Deze functie is beschikbaar voor de volgende
signalen.
Met COMPUTER/COMPONENT invoer:
- 480I
Met VIDEO invoer:
- NTSC3.58
Opmerking
6
7
Controleren van het
ingangssignaal
Deze functie stelt u in staat om de informatie
betreffende het huidige ingangssignaal te
controleren.