Operation Manual

27
Basisbediening
Beeldprojectie
Instellen van het
geprojecteerde beeld
1 Scherpstellen
U kunt scherpstellen met de
scherpstelring op de projector.
Draai aan de scherpstelring om
scherp te stellen terwijl u naar het
geprojecteerde beeld kijkt.
2 Instellen van de hoogte
De hoogte van d
e projector kan gewijzigd
worden met het stelvo
etje.
Wanneer het scherm hoger is dan de
projector, kunt u de stand van de projector
wijzigen om het beeld hoger te projecteren.
1
Til de projector omhoog om de
hoogte in te stellen terwijl u de
HEIGHT ADJUST hendel
omhooghaalt.
2
Neem uw hand van de HEIGHT
ADJUST hendel van de projector
nadat de hoogte nauwkeurig is
ingesteld.
De projectiehoek kan worden ingesteld tot
9 graden ten opzichte van het oppervlak
waarop de projector is geplaatst.
Bij het afstellen van de hoogte van de projector
zal er trapeziumvervorming optreden. Volg de
aanwijzingen in Trapeziumvorm-correctie om
de vervorming te corrigeren. (Zie blz.
28 en 43.)
Opmerking
3
Instellen van de schermgrootte
U kunt de schermgrootte instellen met de
zoomring op de projector.
Draai aan de zoomring om het scherm
groter of kleiner te maken.
1
2
Scherpstelring
Zoomring
HEIGHT ADJUST
hendel
Maak kleine
afstellingen.
Info
Oefen niet te veel druk op de projector uit
wanneer het voorste stelvoetje naar buiten staat.
Wanneer u de projector laat zakken, moet u
voorzichtig zijn dat uw vingers niet klem komen
te zitten tussen het stelvoetje en de projector.
Houd de projector stevig vast wanneer u
deze omhoogtilt of draagt.
Pak de projector niet bij het lensgedeelte vast.