Operation Manual

52
Instellen van de projectorfunctie (“PRJ-INS1/2” menu)
(vervolg)
Menubediening n Blz. 40
8
Toetsvergrendeling
Gebruik deze functie om de bedieningstoetsen
op de projector te vergrendelen.
Deze functie kan worden ingesteld met behulp
van het menuscherm of ENTER op de projector.
a
Instellen met het menuscherm
Beschikbare
instellingen
Beschrijving
Aan Alle toetsen op de projector, behalve
STANDBY/ON, zijn vergrendeld.
Uit Zet de functie voor toetsvergrendeling
uit.
a
Instellen met de projectortoetsen
Vergrendelen van de bedieningstoetsen
1
Houd ENTER op de projector
ongeveer 5 seconden ingedrukt
terwijl de projector ingeschakeld is.
Het functiescherm voor toetsvergrendeling
wordt weergegeven.
Gebruik deze functie om de bedieningsknop
op de projector te vergrendelen.
(Behalve STANDBY/ON knop)
Opm: U kunt de functievergr. Opheffen door
op de proj. ongev. 5 sec. op ENTER te drukken.
PRJ-INS1
Ter ug
Aan
SEL ENTER END
2
Selecteer “Aan”, en druk dan op
ENTER
.
Beeldschermdisplay
Toetsvergrendeling AAN
De toetsvergrendelingsfunctie heeft geen invloed
op de toetsen van de afstandsbediening.
U kunt de toetsvergrendelingsfunctie niet gebruiken
wanneer de projector aan het opwarmen is.
1
2
Uitschakelen van de Toetsvergrendeling
Houd ENTER op de projector ongeveer 5
seconden ingedrukt.
Beeldschermdisplay
Toetsvergrendeling UIT
Info
Ook als de functie toetsvergrendeling op “Aan”
staat, kan STANDBY/ON op de projector worden
gebruikt om de stroomtoevoer aan of uit te zetten.
De toetsvergrendelingsfunctie is niet instelbaar in de
volgende gevallen: tijdens weergave van de
“Installatiegids” of “Menu” schermen, in de ruststand
(standby), tijdens opwarmen, bij veranderen van het
ingangssignaal, bij gebruik van de Automat. sync. of
Functie “Invoer zoeken”, in de Vastleggen modus of
bij het “Syst.vergrend.” scherm tijdens opwarmen.
9
Selecteren van het
snelstartmenu
Beschikbare
instellingen
Beschrijving
Aan Drukken op MENU geeft het
scherm Snelstartmenu weer.
Uit Drukken op MENU geeft het
menuscherm Voltooien weer.
0
COMPUTER2 Selecteren
U kunt de MONITOR OUT aansluiting ook als de
COMPUTER/COMPONENT 2 aansluiting gebrui-
ken. Selecteer of de aansluiting moet worden
gebruikt als aansluiting voor invoer of uitvoer.
Beschikbare
instellingen
Beschrijving
Ingang De aansluiting kan worden
gebruikt als invoeraansluiting
(COMPUTER/COMPONENT 2).
Monitoruitvoer De aansluiting kan worden
gebruikt als uitvoeraansluiting
(MONITOR OUT).
Stel dit in voordat externe apparatuur wordt
aangesloten.
De instelling kan niet worden gewijzigd wanneer
de invoermodus
COMPUTER 2
is.
Opmerking