Operation Manual
-26
Beeldweergavefunctie
Wijzigen van de
beeldweergave
Druk op .
• Bij iedere druk op verandert het display zoals
weergegeven op bladzijden 26 en 27.
• Om terug te keren naar het standaardbeeld, drukt
u op terwijl “GROOTTE AANPASSEN” op het
scherm verschijnt.
Deze functie stelt u in staat om de beeldweergave te wijzigen of aan te passen om het
ontvangen beeld te verbeteren. Afhankelijk van het ingangssignaal kunt u kiezen tussen
“NORMAAL”, “DOT BY DOT”, “KADER” of “REK”.
COMPUTER
Toets voor
ongedaan maken
(UNDO)
Schermgrootte-
toets (RESIZE)
REK
Projecteert het 16:9 beeld gelijkmatig over
het hele scherm (zwarte balken boven/onder).
Weergavebeeld
Ingangssignaal
Beeldtype
NORMAAL
Projecteert het beeld op het volledige
scherm met behoud van de beeldverhouding.
DOT BY DOT
Projecteert het beeld met het
oorspronkelijke resolutie-signaal.
KADER
Projecteert het 4:3 beeld volledig
in REK-functie (volgende kolom).
4:3 beeldverhouding
4:3 beeldverhouding
4:3 beeldverhouding
5:4 beeldverhouding
16:9 beeldverhouding
: Afgesneden deel waarin geen beelden kunnen worden geprojecteerd.
: Gebied waar de signalen zich buiten het scherm bevinden.
***
**
**
**
*
*
Functie voor het projecteren van een beeld met de oorspronkelijke beeldverhouding
zonder delen af te snijden.
Computer
SVGA
1280 × 720
SXGA (1280 × 1024)
Lagere resolutie dan
SVGA
Hogere resolutie dan
SVGA
4:3 beeldverhouding
Andere beeldverhoudingen
SVGA (800 × 600)
XGA (1024 × 768)
SXGA (1280 × 960)
SXGA+ (1400 × 1050)
SXGA (1280 × 1024)
1280 × 720
800 × 600
750 × 600
—
—
1024 × 768
1280 × 960
1400 × 1050
1280 × 1024
—
600 × 450
562 × 450
—
800 × 450
750 × 450
800 × 450
NORMAAL
DOT BY DOT
KADER REK










