Operation Manual

-22
Gebruik van de stelvoetjes
Met behulp van het voorste en achterste
stelvoetje kunt u de hoogte van de projector
instellen.
Als het scherm hoger staat dan de projector,
kan het projectiebeeld met behulp van de pro-
jector hoger ingesteld worden.
1
Druk op de hoogte aanpassentoets
(HEIGHT ADJUST).
Het voorste stelvoetje komt er uit.
2 Til de projector een beetje op,
houd de hoogte aanpassentoets
(HEIGHT ADJUST) ingedrukt en
stel aansluitend de hoogte in.
De projector kan ingesteld worden tot
maximaal 12 graden (5-stappen).
Als u de projector lager zet, kan het
lastig zijn om het voorste stelvoetje te
bewegen, omdat de projector op een
antislip ondergrond staat. In dit geval
moet u de projector een beetje omhoog
tillen en de gewenste hoogte instellen.
3 Laat de hoogte aanpassentoets
(HEIGHT ADJUST) van de pro-
jector los, nadat u de hoogte
heeft ingesteld.
4 Gebruik het achterste stelvoetje
om de projector recht te zetten.
De projector kan ±1 graad worden
ingesteld vanaf de standaard positie.
Opmerking
Als de hoogte van het beeld ingesteld wordt door
het stelvoetje, treedt er trapeziumvervorming op.
In dit geval zie bladzijde 24 Correctie van
perspectivische vervorming om dit te corrigeren.
Info
Druk niet op de hoogte aanpassentoets
(HEIGHT ADJUST) als het voorste instelvoetje
is uitgeschoven, zonder de projector stevig
vast te houden.
Houd de lens niet vast bij het opwaarts of
neerwaarts verstellen van de projector.
Let op dat uw vinger niet tussen de
instelvoet en de projector komt wanneer u
deze laat zakken.
Hoogte
aanpassentoets
(HEIGHT ADJUST)
Hoogte aanpassentoets
(HEIGHT ADJUST)
Voorste stelvoetje
Achterste
stelvoetje
Beeldprojectie