Operation Manual
62
PRINTERFUNCTIES
4
HET PRINTERSTUURPROGRAMMA VANAF DE
"Start" TOETS OPENEN
Vanaf de Windows "Start" toets kunt u het printerstuurprogramma openen en de instellingen van het
printerstuurprogramma wijzigen. Instellingen die op deze wijze zijn gewijzigd worden als begininstellingen ingesteld
wanneer u vanuit een toepassing afdrukt. (Als u de instellingen vanuit het instellingenscherm van het
printerstuurprogramma wijzigt tijdens het afdrukken, keren de instellingen terug naar de begininstellingen wanneer u
de toepassing afsluit.)
1
Klik op de "Start" toets en selecteer
"Bedieningspaneel" en selecteer
vervolgens "Printer".
• In Windows 7, klik op de toets "Start" en klik
vervolgens op de toets "Apparaten en printers".
• In Windows XP, klik op de "start" toets en klik
vervolgens op "Printers en faxen".
• In Windows 2000, klik op de toets "Start" en
richt op "Instellingen" en klik vervolgens op
"Printers".
•
2
Klik op het pictogram "SHARP
MX-XXXX" van het
printerstuurprogramma.
3
Selecteer "Eigenschappen" uit het
"Organiseren" menu.
• Rechtsklik in Windows 7 op het pictogram van
de "SHARP MX-XXXX" het
printerstuurprogramma en klik vervolgens op
"Printereigenschappen".
• In Windows XP/2000, selecteer
"Eigenschappen" uit het menu "Bestand".
4
Klik op de "Printvoorkeuren" toets in
de "Algemeen" tab.
Klik in Windows 7 op de "Voorkeuren" toets in de
"Algemeen" tab.
Het installatiescherm van het
printerstuurprogramma verschijnt.
"INSTELLINGENSCHERM
PRINTERSTUURPROGR" (p.63)
In Windows XP, als "Printers en faxen" niet
verschijnt in het menu "start", selecteer
"Bedieningspaneel", selecteer "Printers en
andere hardware", en selecteer vervolgens
"Printers en faxen".
Opmerking