Operation Manual
26
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
2
Enveloppen
Gebruik niet de onderstaande envelopsoorten. Dit zal leiden tot papierstoringen.
• Enveloppen met metalen plaatjes, gespen, linten, gaten of schermen.
• Enveloppen met ruwe vezels, carbonpapier of gladde oppervlakken.
• Enveloppen met twee of meer flappen.
• Enveloppen met plakband, folie of waarbij er papier aan de flap is bevestigd.
• Enveloppen met een vouw in de flap.
• Enveloppen met lijm aan de flap die moet worden natgemaakt om de enveloppen te sluiten.
• Enveloppen met etiketten of postzegels.
• Enveloppen die enigszins zijn gevuld met lucht.
• Enveloppen met lijm die buiten het lijmgedeelte uitsteekt.
• Enveloppen waarbij een deel van het lijmgedeelte loslaat.
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN
Als het formaat van het geladen papier verschilt van het formaat in het display, volg dan de stappen hieronder om de
papierformaatinstellingen van de lade te wijzigen.
De papierformaatinstelling kan niet worden gewijzigd tijdens kopiëren, afdrukken, fax afdrukken (als de faxoptie
geïnstalleerd is) of kopiëren onderbreken, wanneer er een papierstoring is opgetreden . Als er geen papier of toner meer
aanwezig is, kan de papierformaatinstelling echter veranderd worden tijdens kopiëren, afdrukken en fax afdrukken.
Zie "PAPIER" (p.23) voor informatie over de specificaties voor de papiertypen en papierformaten die in de
papierladen kunnen worden geladen.
Het papierformaat voor een handinvoerlade kan niet worden ingesteld.
1
Druk op de [SPECIALE FUNCTIE] toets.
Het speciale
functiescherm verschijnt.
Het hierboven weergegeven scherm is het
kopieerfunctiescherm.
2
Druk op de [ ] of [ ] toets om
"INGEST PAP FORM" te selecteren.
3
Druk op de [OK] toets.
Het scherm voor
papierformaatinstelling
verschijnt.
4
Druk op de [ ] of [ ] toets om de
papierlade te selecteren waarvan het
papierformaat gewijzigd is.
Voorbeeld: Lade 2
5
Druk op de [ ] toets.
De cursor beweegt naar de
papierformaatselectiepositie
rechts.
6
Druk op de [ ] of [ ] toets om het
papierformaat te selecteren.
Voorbeeld: B4 formaat
selecteren
Als u het formaat van een andere papierlade wilt wijzigen,
drukt u op de [ ] toets en herhaalt daarna stap 4 tot 6.
: Geeft lade "1" weer.
: Geeft lade "2" weer.
Zie voor de papierladen en -nummers
"PAPIER" op (p.23).
BELICHTING
KLEUR MODUS
PAPIERFOR
RESOLU
KOPIEËN
SCANNEN
LINE
DATA
DATA
ON LINE
SPECIALE
FUNCTIE
SPECIALE FUNCTIE
KAARTFORM. KOPIE
SPECIALE MODUS
ORIG. FORM. INV.
INGEST PAP FORM
PQ
ACC
BELZ. SCANNEN
BELZ. SCANNEN
DIGE KOPIE
SPECIALE FUNCTIE
KAARTFORM. KOPIE
SPECIALE MODUS
ORIG. FORM. INV.
INGEST PAP FORM
GHI
PQRS
TERUG
OK
CANNEN
KOPIE
A4
A3
A3
B4
A4
A4R
INGEST PAP FORM
Opmerking
A4
A3
A3
B4
A4
A4R
INGEST PAP FORM
A4
A3
A3
B4
A4
A4R
INGEST PAP FORM
A4
A3
A3
B4
A4
A4R
INGEST PAP FORM