Operation Manual

6-18
SYSTEEMINSTELLINGEN
Inhoudsopgave
BEDIENINGSPANEEL (BEHEERDER)
Wanneer Gebruikersauthenticatie is ingeschakeld
Volg onderstaande inlogprocedure wanneer de functie "Gebruikersauthenticatie" (alleen webpagina) is ingeschakeld.
Gebruikersauthenticatie via inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord
(en e-mailadres)
U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets.
Wanneer de functie automatische login is ingeschakeld, zal het loginscherm niet verschijnen.
De inlogprocedure van de beheerder wordt uitgevoerd via het gebruikerselectiescherm. De te volgen procedure wanneer
gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, vindt u in "GEBRUIKERSAUTHENTICATIE" (pagina 1-16) in "1. VOORDAT U DE
MACHINE GEBRUIKT".
1
Selecteer de toets [Gebruikersnaam].
2
Log in.
(1) Selecteer de toets [Beheerder].
(2) Selecteer de toets [Wachtwoord].
Voer het wachtwoord van de beheerder in het
invoerscherm voor het wachtwoord in.
(3) Selecteer [OK].
Hiermee is de inlogprocedure van de beheerder voltooid.
U kunt nu de Systeeminstellingen (beheerder) gebruiken.
Wanneer de authenticatie plaatsvindt via gebruikersnaam/wachtwoord/e-mailadres, verschijnt de toets
[E-mailadres] onder de "Gebruikersnaam".
Zie voor het standaard fabriekswachtwoord "STANDAARD FABRIEKSWACHTWOORDEN" in de
Veiligheidshandleiding.
Hiermee is de inlogprocedure van de beheerder voltooid. U kunt nu de Systeeminstellingen (beheerder) gebruiken.
OKVORIGE
OK
OKVORIGE
VORIGE
Beheerder
(1)
(3)(2)