Operation Manual

5-97
SCANNER/INTERNETFAX
Inhoudsopgave
4
Selecteer de instelling voor
achtergrond-onderdrukking.
(1) Pas het niveau van
achtergrond-onderdrukking aan.
Selecteer de toets [+] en druk op [OK] om alleen lichte
achtergronden te onderdrukken.
Selecteer de toets [-] en druk op [OK] om lichte tot
donkere achtergronden te onderdrukken.
(2) Selecteer de toets [Basismenu].
5
Druk op de toets [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT].
Het scannen begint.
Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoer hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand.
Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid.
Als u het origineel op de glasplaat scant, moet u pagina voor pagina scannen.
Plaats het volgende origineel na afloop van het scannen en druk op de toets [STARTEN KLEUR] of [STARTEN
ZWART-WIT]. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en selecteer dan de toets [Lezen Klaar].
Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid.
Als de kleurenmodus van de toets [STARTEN ZWART-WIT] is ingesteld op [Mono], werkt de functie achtergrond
onderdrukken niet als op de toets [STARTEN ZWART-WIT] wordt gedrukt.
Om het scannen te annuleren...
Druk op de toets [STOP] ( ) om de bewerking te annuleren.
De instelling achtergrond-onderdrukking annuleren
Selecteer de toets [Annuleren] op het scherm van stap 4.
OKVORIGE
(1)
(2)