Operation Manual

5-82
SCANNER/INTERNETFAX
Inhoudsopgave
4
Selecteer de aanvullende instellingen.
Bij gebruik van een programma kunnen de volgende
instellingen extra worden opgegeven:
Weergave-instellingen:scanformaat origineel*,
bestandindeling, kleurmodus
Verzendinstellingen
Speciale functies: Timer-verzending, Kaart Formaat,
Transmissie Rapport
* Indien in dit programma opgeslagen, kan het niet extra
worden opgegeven.
Welk scherm verschijnt hangt af van de bestemming die is opgeslagen in het programma.
U kunt de modus hier niet wijzigen.
Functies die in het programma zijn opgeslagen kunnen hier niet worden geannuleerd.
5
Druk op de toets [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT].
Het scannen begint.
Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoer hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand.
Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid.
Als u het origineel op de glasplaat scant, moet u pagina voor pagina scannen.
Plaats het volgende origineel na afloop van het scannen en druk op de toets [STARTEN KLEUR] of [STARTEN
ZWART-WIT]. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en selecteer dan de toets [Lezen Klaar].
Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid.
Om het scannen te annuleren...
Druk op de toets [STOP] ( ) om de bewerking te annuleren.