Operation Manual
5-62
SCANNER/INTERNETFAX
Inhoudsopgave
Het scanformaat van het origineel opgeven (via papierformaat)
Als het formaat van het door u geplaatste origineel afwijkt het vermelde formaat, of u wilt het formaat van het origineel
veranderen, geef dan het scanformaat op. Plaats het origineel in de lade van de automatische origineelinvoer of op de
glasplaat en volg onderstaande stappen.
U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets.
1
Wijzig de modus en geef het instelscherm scanformaat weer.
(1) Selecteer de toets [Modus Wijzigen].
(2) Selecteer de modus die u wilt gebruiken.
(3) Selecteer de toets [Scanformaat].
Het bij de systeeminstellingen ingestelde formaat van het origineel wordt weergegeven in de toets [Scanformaat].
☞ WEERGAVE-INSTELLINGEN (pagina 5-58)
2
Selecteer de toets [Scanformaat].
3
Geef het scanformaat op.
Selecteer de betreffende toets voor het origineelformaat.
• Selecteer de toets [Lang Form.] indien u een lang origineel verstuurd. Gebruik de automatische origineelinvoer voor
het scannen van een lang origineel. De maximaal te scannen breedte bedraagt 500 mm (19-5/8") (de maximale
hoogte bedraagt 216mm (8-1/2")).
• Selecteer de toets [AB Inch] om inch-formaten te tonen en een scanformaat in inches op te geven.
Indien [Lang Form.] is geselecteerd, kunnen de 2-zijdige scaninstelling en het verzendformaat niet worden gewijzigd.
Wanneer daarnaast alleen scanbestemmingen worden geselecteerd voor scanverzending of metadata verzending, vindt
scannen plaats in Mono2.
OKVORIGE
OKVORIGE