Operation Manual
5-53
SCANNER/INTERNETFAX
Inhoudsopgave
2
Geef de bestemming op.
(1) Selecteer de toets [Adres] in het
basisscherm.
(2) Selecteer de toets [Adresboek].
(3) Selecteer de sneltoets van de gewenste
bestemming.
(4) Selecteer de aflevermethode.
De bestemming is opgegeven.
(5) Herhaal stap (3) en (4) tot alle
bestemmingen zijn geselecteerd.
• Om te verzenden met Cc- of Bcc-aflevering moet de toets [Cc] of [Bcc] worden opgegeven op het scherm dat in (3)
verschijnt.
• Indien "Volg adrestoets invoeren bij distributie-instel." is ingeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder),
selecteer dan de toets [Volgend Adres] voordat u de volgende bestemming opgeeft.
• Sneltoetsen die u niet kunt gebruiken voor distributie zijn grijs weergegeven, zodat u ze niet kunt selecteren.
• Als er een Scannen naar FTP (Hyperlink) adres is opgegeven voor een rondzending, wordt de hyperlink
e-mailverzending niet uitgevoerd.
• Als u vaak afbeeldingen naar dezelfde groep bestemmingen rondzendt, is het handig om deze bestemmingen
onder een groeptoets op te slaan.
3
Selecteer de toets [Adresoverzicht].
4
Controleer de bestemmingen en
selecteer dan de toets [VORIGE].
Als er Cc- of Bcc-ontvangers zijn, kunnen deze worden gecontroleerd door de toetsen te selecteren.
Een opgegeven bestemming annuleren
Selecteer de sneltoets van de bestemming die u wilt annuleren. Er verschijnt een melding ter bevestiging van het
wissen. Selecteer de toets [Ja].
☞ GESELECTEERDE BESTEMMINGEN CONTROLEREN EN WISSEN (pagina 5-25)
OKVORIGE
OKVORIGE
AAA AAA BBB BBB
CCC CCC
DDD DDD
EEE EEE FFF FFF
GGG GGG HHH HHH
III III JJJ JJJ
(1)
(2)
(3)
OKVORIGE
AAA AAA
BBB BBB
CCC CCC
DDD DDD
EEE EEE
FFF FFF
GGG GGG
HHH HHH
III III
JJJ JJJ
OKVORIGE
AAA AAA
BBB BBB
CCC CCC
DDD DDD