Operation Manual

5-41
SCANNER/INTERNETFAX
Inhoudsopgave
4
Controleer het scanformaat van het
origineel en de plaatsingsrichting.
Om de stand van de te verzenden afbeelding in te stellen, moet
u het formaat en de stand van het origineel controleren die bij
stap 1 zijn ingesteld.
(1) Controleer het scanformaat.
Controleer of het formaat van het geplaatste origineel in
de toets [Scanformaat] wordt weergegeven. Als het
formaat van het door u geplaatste origineel afwijkt het
vermelde formaat, stel dan het formaat van het origineel
in.
SCANFORMAAT ORIGINEEL EN
VERZENDFORMAAT OPGEVEN (pagina 5-61)
(2) Selecteer de toets [Scanformaat].
(3) Selecteer de toets [Stand afbeelding].
(4)
Stel de plaatsingsrichting van het origineel
in.
Als het origineel met de bovenrand naar boven is
geplaatst, selecteer dan [Liggend] met de toetsen .
Als de bovenrand links is geplaatst, selecteer dan
[Staand]. Druk op de toets [OK].
(5) Druk op de toets [VORIGE].
U keert terug naar het basisscherm.
De plaatsingsstand van het origineel is oorspronkelijk ingesteld op [Staand]. Als u het origineel met de bovenrand
naar links hebt geplaatst, kunt u deze stap achterwege laten.
Het bij de systeeminstellingen ingestelde formaat van het origineel wordt weergegeven als formaat van het
origineel.
OK
VORIGE
OK
VORIGE
OK
VORIGE
(1), (2)
(3)
(4)
(5)