Operation Manual
4-108
FAX
Inhoudsopgave
2
Voer het faxnummer van de bestemming in.
(1) Selecteer de toets [Adresboek] in het
basisscherm.
Zie "BASISSCHERM VAN DE FAXFUNCTIE" (pagina
4-8) voor de toets [Adresboek].
(2) Selecteer de sneltoets van de gewenste
bestemming.
Als de bestemming niet is opgeslagen in het adresboek,
voert u het faxnummer in met de cijfertoetsen.
Als subadres en wachtwoord op de sneltoets worden
opgeslagen zijn de volgende deelstappen niet nodig. Ga naar
stap 3.
(3) Selecteer de toets [Subadres].
"/" verschijnt.
(4) Voer het subadres in via het numerieke
toetsenbord.
(5) Selecteer de toets [Subadres].
"/" verschijnt.
(6) Voer een wachtwoord in via het numerieke
toetsenbord.
Als een wachtwoord is weggelaten in het geheugenvak van een andere machine, zijn (5) en (6) niet nodig.
3
Druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT].
Uw machine zal de andere machine bellen en beginnen met de ontvangst van de fax.
• Meerdere machines navragen (navraagreeksen) is niet mogelijk.
• U kunt navraagontvangst met F-code gebruiken in combinatie met een timer-instelling. U kunt per keer slechts n
navraagontvangsthandeling met een timer-instelling opslaan.
☞FAX VERZENDEN OP EEN VOORAF INGESTELD TIJDSTIP (Timer) (pagina 4-75)
Om het navragen te annuleren...
Schakel het selectievakje [Navragen] in op op het scherm van stap 1.
OKVORIGE
AAA AAA
BBB BBB
CCC CCC
DDD DDD
EEE EEE
FFF FFF
GGG GGG
HHH HHH
III III
JJJ JJJ
(3),(5)
(2)