Operation Manual

4-69
FAX
Inhoudsopgave
3
Een doorstuurtabel opslaan.
Volg de onderstaande stappen om een doorstuurtabel op te
slaan waarin een opgegeven afzender en doorstuuradres
worden gecombineerd.
(1) Klik op [Instelling voor inkomende routing]
in het menu van de webpagina's en klik op
de toets [Toevoegen].
(2) Voer een "Tabelnaam" in.
(3) Selecteer de afzender wiens faxen zullen
worden doorgestuurd.
Om alle ontvangen faxen door te sturen, selecteert u [Alle
ontvangen gegevens doorsturen].
Om enkel de faxen door te sturen van een opgegeven
afzender, selecteert u [Ontvangen gegevens doorsturen
vanaf onder afzender], selecteert u de afzender uit de lijst en
klikt u vervolgens op de knop [Toevoegen].
(4) Selecteer het doorstuuradres.
Doorstuuradressen kunnen in het adresboek van de machine
worden geselecteerd. (Er kunnen meerdere adressen worden
opgegeven.) Er kunnen maximaal 1000 doorstuuradressen
worden opgeslagen (er kan een gecombineerd maximum van
100 bestandserveradressen, desktopadressen of
netwerkadressen worden opgeslagen).
(5) Selecteer het bestandsformaat.
Er kan een bestandsformaat voor elke doorstuurtabel
worden ingesteld.
(6) Klik op [Indienen].
Wanneer u afzenders selecteert uit de lijst "Instelling voor afzendernummer/-adres", kunt u de [Shift]-toets of de
[Ctrl]-toets op uw toetsenbord gebruiken om meerdere afzenders te selecteren.
Er kunnen maximaal 50 doorstuurtabellen worden opgeslagen.
Als u een groep adressen als doorstuurbestemming wilt selecteren, kunt u alleen een groep selecteren die alleen
e-mailadressen bevat.
Afbeeldingen die zijn verzonden in TIFF-indeling worden in sommige ontvangstsituaties mogelijk niet goed
weergegeven. Wijzig in dat geval de bestandsindeling in PDF.
4
Te gebruiken doorstuurtabellen opgeven.
Om de functie voor inkomende routing te gebruiken, schakelt u
in de opgeslagen tabellen de doorstuurtabellen in die u wenst
te gebruiken.
(1) Klik op [Instelling voor inkomende routing]
in het webpaginamenu.
(2) Selecteer het aankruisvakje "Doorsturen
geactiveerd" van elke doorstuurtabel
die u wenst te gebruiken.
(3) Klik op [Indienen].
Om een doorstuurtabel te wissen, klikt u op het aankruisvakje naast de tabelnaam zodat het wordt geselecteerd
en klikt u op [Wissen].
(6) (4)
(3)
(2)
(5)
(2)
(3)